Interview met Hannes Van Severen, Evergem, 4 januari 2009.
Alles voor de kunst. Op een ijskoude zondagmorgen fietst ondertekende veertig minuten om het atelier van Hannes Van Severen (1979) in Evergem te vinden. Daar aangekomen heeft zijn atelier zowat dezelfde temperatuur als de buitenlucht, dus Hannes is zo vriendelijk me in zijn woonkamer te ontvangen. Ik geef mijn ogen de kost aan al het moois dat er staat en hangt. Het kunstenaarskoppel Hannes Vanseveren - Fien Muller heeft duidelijk smaak.
Hoi Hannes, hoe zou je in het kort je kunstobjecten schetsen?
Van Severen: ik vind het nogal moeilijk om in 1-2-3 uit te leggen waar ik mee bezig ben, maar kort gezegd: ik vervorm herkenbare beelden en objecten naar mijn eigen fantasie. Ik probeer de veranderingen die ik aan het bestaande aanbreng zo harmonieus mogelijk te laten samengaan met het bestaande zelf, dat wil zeggen: het moet lijken alsof de verandering op een natuurlijke manier samengaat met dat bestaande object. Alsof het veranderde object ook tot iets zou kunnen dienen. De interactie van mijn kunstobjecten met andere objecten in het interieur vind ik ook interessant, het staat tussen en op de plaats van het meubilair, het ‘is’ meubilair.
Hoe ben je tot die vormentaal gekomen? Was je in je opleiding beeldhouwkunst al met een gelijkaardige kunsttaal in de weer?
Van Severen: Ik werkte in mijn opleiding al heel gelijkaardig, Alleen verschilt de vorm nu enorm van wat ik daar deed. Maar het principe is hetzelfde. Voor mij heeft het werk van vroeger en nu alles met elkaar te maken. In Sint-Lucas maakte ik absurde installaties. Ook in die installaties gebruikte ik herkenbare objecten die ik combineerde met mijn eigen fantasie. Ik maakte lange siliconen worsten die ik in chauffageklemmen hing als was het dat die klemmen gemaakt waren voor die silicone vormen. Ik gaf dus al een andere functie aan een object, al waren de objecten toen iets kleiner. De klemmen waren dus de dragers van mijn fantasie. Maar compositie en proporties zijn minstens even belangrijk. Of het nu om chauffageklemmen, kasten, bankjes of lavabo’s gaat, ik verbind ze met iets dat ik denk dat er mee samen zou kunnen gaan. Daarmee maak ik dan installaties die ruimtes vullen waarin ook de compositie heel erg belangrijk is. Ik wil een soort absurd landschap maken met absurde objecten, waarbij het object op zich heel sterk is, maar de hele compositie ook.
Ik hou er enorm van dingen te combineren die niets met elkaar te maken hebben. Daar heb ik altijd mee gespeeld. Mensen vinden het normaal een kast in zijn normale vorm te zien, maar weten zich geen raad meer als je er een kleine ingreep op doet. Kinderen zien de dingen nog op een andere manier, maar wij leren ze de dingen zien zoals wij ze zien. Ik vind het belangrijk de herkenning te doorbreken en de werkelijkheid in vraag te stellen. Het gaat me ook over een compositie maken in de ruimte, de horizontalen en vertikalen moeten in balans zijn. Ik vind het plezant te vertrekken van een leeg blad, daarop te tekenen en daar dan objecten aan toe te voegen. Op dezelfde manier vertrek ik ook van die lege ruimte.
Laten we een voorbeeld aankaarten: je lavabo.
Van Severen: Ik stel graag de dingen in vraag die voor normaal gezien worden. Daarvoor gebruik ik altijd het meest herkenbare object. Ik bedoel daarmee dat als ik een lavabo gebruik, het geen moderne lavabo mag zijn, maar één die iedereen onmiddellijk als lavabo ziet. Een lavabo wordt meteen herkend en iedereen weet waarvoor hij dient, maar als je er een vorm mee verbind die je niet kan linken met de lavabo, maar er door zijn materie sterk op lijkt, lijkt het alsof die twee toch op een natuurlijke manier samengaan. De vorm van de fantasie komt volledig uit ‘den buik’.
Een goed kunstwerk bekijk ik ook met mijn gevoelsoog. Het maakt hoe dan ook een enorme wereld in mij los, zelfs zonder dat ik hoef te weten waar het over gaat. Kijken naar kunst is heel subjectief, kunst maken ook. Zoals je ook bij muziek hebt dat iedereen bij songteksten zijn eigen drama of verhaal maakt. Mensen hebben teveel nood aan betekeniskennis van alles. Bij goede muziek vraag je toch ook niet wat de bedoeling ervan is? Ik weet wat voor mij de bedoeling is als ik naar een werk kijk of muziek beluister. Het is iemand zijn fantasie die ik in mijn eigen fantasie vertaal. En zo wil ik ook dat anderen naar mijn werk kijken.
Had je al als kind die artistieke impulsen? Had je toen al teken- of boetseerkriebels?
Van Severen: Ik ben de vierdegeneratiekunstenaar en dat heeft natuurlijk een grote invloed op me gehad. Ik was zoals een normaal kind dat soms tekende. Pas op mijn achttiende ben ik uiteindelijk echt een mening gaan vormen over kunst.
Draag je dat nog altijd met je mee dat je opgegroeid bent in dat artistiek milieu?
Van Severen: Ik kan dat natuurlijk niet loskoppelen, maar ik maak heel ander werk dan mijn vader Maarten Van Severen of mijn grootvader Dan Van Severen. Toch denk ik dat er een zelfde soort eenvoud in zit. Ik mag zelfs zeggen dat mijn werken een soort minimalistisch beelden zijn, een soort controleerbare chaos met gesloten en strakke vormen.
Heb je nooit iets anders willen doen dan in de voetsporen van de beeldende kunst te stappen? Want je hebt tijdens je kind- en jeugdjaren niets anders rondom je gezien.
Van Severen: Ik wist eigenlijk niet goed wat ik later wilde worden. Ik aardde ook niet goed in andere scholen dan kunstscholen en besefte dan dat ik me beter voelde in het milieu van de beeldende kunst. Alsof ik er beter begrepen werd. Maar als ik geen kunst meer zou mogen maken en een goede student zou zijn, zou ik mezelf wel kunnen voorstellen als wetenschapper, fysicus of sterrenkundige. Ook vakken met een mysterie rond. Zelf stel ik me ook constant vragen over vanalles, waar we vandaan komen enzovoorts, maar dat wil ik niet verwerken in mijn kunst. Hoewel ik ook een andere wereld wil creëren met de bestaande dingen in het leven.
Als je aan een werk begint, ga je dan rationeel te werk of eerder intuïtief?
Van Severen: Bij mijn vervormde kasten ga ik op eBay op zoek naar een geschikte kast. Dan bewerk ik met fotoshop die kast en maak ik er die insnijdingen in tot ik het geschikte beeld vind. Ik ga hier wel heel intuïtief te werk. Als ik het juiste beeld gevonden heb, koop ik die kast en ga er in mijn atelier mee aan de slag. Ik zie zo’n kast als een blok marmer die je uitzoekt en waar je wilt aan beginnen kappen. Ik ben al met zoveel objecten bezig geweest, maar het is toch de kast als object die me blijft bezighouden. De geslotenheid en de verhoudingen vind ik echt boeiend, ze zijn zo menselijk van formaat, je staat er echt tegenover.
Uw vriendin Fien Muller is ook kunstenares (fotografe), beïnvloeden jullie elkaars’ werk?
Van Severen: Ik vind haar werk heel goed en zij het mijne ook. We maken andere dingen maar toch voel je dat we met hetzelfde bezig zijn. Zoals het samenvoegen van objecten, zoeken naar de juiste compositie,… maar we hebben vooral hetzelfde buikgevoel.
Hebben jullie nog een job naast jullie kunst?
Van Severen: Nee.
Dat zou je niet afgaan?
Van Severen: Nee. Wat ik het liefst doe en altijd zou willen doen is in mijn atelier aan het werk zijn en nadenken…
Mis je het sociale contact dan niet in je atelier?
Van Severen: Ik merk wel dat ik wel meer sociaal contact zou kunnen gebruiken. Je creëert ook zoveel in je atelier en op den duur raak je zo gewend aan die dingen, worden ze zo normaal voor jezelf dat je er geen frisse kijk meer op hebt. Maar langs de andere kant ben ik heel gevoelig voor kritiek, raak ik daardoor van slag, dus is het beter dat er niet te veel mensen langskomen in mijn atelier.
Als je moet tentoonstellen en je zit tegen een deadline aan, ben je dan niet bang voor de reactie van de galeriehouder die je werk voor de eerste keer ziet?
Van Severen: Ja, natuurlijk! Maar daar wil ik me niets van aantrekken. Als ik een expo in het vooruitzicht heb, laat ik de galeriehouder zelfs liefst geen ontwerp zien, want dan kan ik beïnvloed worden en beginnen twijfelen… Ik wil de dingen maken die ik wil maken en tonen wat ik wil tonen.
Begint je werk maar te leven als het op een tentoonstelling hangt en gezien wordt door ‘het derde oog’?
Van Severen: Uiteindelijk wel. Je wilt aan de anderen laten zien: ‘zo doe ik het, zo zou ik het doen’. Uiteindelijk maak je kunst voor jezelf, maar ook als reactie op de kunst die al bestaat.
Volg je de hedendaagse beeldende kunst rondom je?
Van Severen: Heel zeker. Ik bezoek tentoonstellingen en koop geregeld boeken over kunstenaars die me interesseren. Ik lees kunsttijdschriften en kunstkrantjes... maar meestal jagen die laatste mij op.
Ben je blij dat je de naam Van Severen draagt?
Van Severen: Het is dubbel. Sommige mensen zeggen: ‘je hebt het makkelijk, je bent ‘de zoon van’’. Maar langs de andere kant is het ook hard omdat je eigen vader en familie concurrentie zijn en je bent daar onbewust meer mee bezig dan je aan jezelf wilt toegeven.
Is het een drijfveer zo’n grote naam als je vader te worden?
Van Severen: Nee, maar ik moet wel zeggen dat het me wel beïnvloed heeft en het me ertoe aanzet hard te werken en iets te betekenen. Hoewel ik ook weer denk dat dit een universeel gevoel is, dat iedereen op zoek is naar succes op welk vlak dan ook. Ik heb ook het gevoel dat ik alleen maar in de beeldende kunst iets kan betekenen, al voel ik ook een zekere schaamte in wat ik doe. Voor de normale werkende mens modderen wij kunstenaars maar wat aan.
Vind je dat kunst voor de man in de straat is?
Van Severen: Ik wil iedereen zelf zijn beeld laten creëren over mijn werk. De kasten die ik vervorm zijn heel universeel, want iedereen ziet dat ze niet kloppen.
Wat is belangrijker? Het proces of het resultaat?
Van Severen: Ik werk voor mijn resultaat, maar ik vind het werken in mijn atelier heel plezant. Ik twijfel enorm aan mijn werk en ben beïnvloedbaar voor de reacties van anderen, maar eens ik beslist heb: ‘dit wordt het’, brengt niemand me meer van de wijs. Als technisch alles klopt en ik mijn ontwerpen zie worden hoe ik het wil, dan word ik heel gelukkig en kan ik heel lang kijken naar mijn resultaat.
Zijn er vallen waar jullie als kunstenaar niet in mogen trappen?
Van Severen: Als kunst te anekdotisch wordt en als te duidelijk wordt wat de kunstenaar wil zeggen. Dan sterft een werk. Het kunstwerk moet je eventjes leiden en dan moet het je los laten om zelf de rest in te vullen. Mensen die me vragen: ‘wat bedoel je er nu mee?’, zijn mensen die kunst willen met een duidelijk verhaal. Ik denk dat ze er zelf niet durven over na te denken. Veel mensen willen dat er te veel voor hen wordt ingevuld en willen zelf niet fantaseren. Ze willen een definitie en kunst is voor mij het tegenovergestelde van een definitie. Anderzijds is te vrijblijvend ook niet goed.
Vind je dat kunst magie is? Kan een kunstwerk iemand veranderen? Kan kunst troost bieden?
Van Severen: Zeker! Goede kunst geeft mij ongelofelijk veel energie en geeft me ongelofelijk veel zin om zelf werk te gaan maken, om in mezelf te geloven.
Voor jou is er dan ook geen scheidingsmuur tussen het leven en de kunst?
Van Severen: Nee. Zelfs in dit interview vind ik het ook belangrijk om over van alles te babbelen, niet alleen over beeldende kunst. Want de twijfels of schuldgevoelens die we hebben horen ook bij een kunstenaar of ‘het kunstwerk’. Uw eerste vraag: ‘welke kunst maak je?’, is voor mij hetzelfde als: ‘vertel me eens uw leven’. Buiten mijn gezin heb ik geen leven naast de kunst, ik voel me het gelukkigst als ik met beeldende kunst bezig ben. Als je me daarstraks vroeg of ik een naam wil zijn in de beeldende kunst, zou ik ‘ja’ moeten antwoorden, want daarbuiten voel ik me eigenlijk niets. Het beheerst toch mijn leven. Beeldende kunst is mijn veilige habitat.
Jij zelf houdt wel van het ambachtelijke in de kunst?
Van Severen: Ja, zeker. Ik hou van degelijkheid, objecten die zwaar zijn. Ik haat ‘lichte’ voorwerpen. Dat heeft ook wel te maken met de omgeving waarin ik ben opgegroeid.
Ik zou eventjes vergeten waarom ik hier bij jou te gast ben. Wat krijgen we te zien in je solo-tentoonstelling in de Hoet Bekaert gallery? (Hannes loodst me terug mee naar zijn atelier)
Van Severen: Ik ben na lang ontwerpen op de computer, gekomen tot een installatie met stukken kast. Na lang zoeken naar de geschikte vormen en dan het verder uitwerken in mijn atelier, ben ik tot een compositie gekomen waar ik tevreden over ben.
Vind je het belangrijk om onder de vleugels genomen te worden door een galerij?
Van Severen: Ja! Ikzelf kan niet goed onderhandelen met verzamelaars en ken zelf niks van zakelijke aspecten.
Waaraan heb je een hekel in de kunst?
Van Severen: Tijdens mijn opleiding kwam videokunst op en wilde plots iedereen videokunst maken, was dat plots ‘hip’. Het deed er niet toe waarom ze video wilden gebruiken, ze wouden gewoon ‘iets doen met video’. Of ‘9/11-kunst’, 9/11 is een kunstwerk op zich geworden, wat moet je daar nu meer over vertellen?
Hilde Van Canneyt, Copyright 2009. Met dank aan croxhapox.
Hilde Van Canneyt, Copyright 2009. Met dank aan croxhapox.
Hannes Van Severen stelt tentoon in de HOET BEKAERT GALLERY te Gent van 11/01/‘09 tot 08/02/‘09. Opening zondag 11/01/‘09.
www.iets.be