Lara Dhondts (1979) algemene interesse ligt in het onderzoeken en exploreren van verschillende aspecten van de ‘condition humaine’. Daarbij tracht zij het ornamentele te strippen en een zoektocht te ondernemen naar de basis.
Hilde Van Canneyt: Je hebt vroeger gebeeldhouwd. Nadien heb je fotografie gevolgd aan de Academie van Antwerpen. Hoe ben je bij de fotografie terechtgekomen?
Lara Dhondt: Ik ben met beeldhouwen gestopt, omdat ik me helemaal op de muziek wou toeleggen met mijn groep De Bossen. Later voelde ik dat de beeldende kunst weer aan mij trok en ben ik aan de VUB kunstgeschiedenis en archeologie gaan studeren. Maar toen ik in die theorielessen zat, voelde ik dat ik eigenlijk vooral zélf wilde creëren
Bij het beeldhouwen komt een werk pas tot stand door het heel traag op te bouwen. Ik heb daar te weinig geduld voor. Daarnaast wou ik ook écht met de werkelijkheid werken, met wat je in ‘het leven’ ziet.
Al van bij het begin van mijn opleiding was ik gefascineerd door de ‘ruimte’ – al is dat iets waarmee alle kunstenaars bezig zijn – maar ik wou dat ten gronde kunnen vatten. Langzaamaan ben ik dan bij het aspect territoriumafbakening beland. Voor mijn afstudeerproject heb ik dan ook een scriptie gemaakt rond ruimte: Your space our mine.
Je hebt net een postgraduaat in het HISK (Hoger Instituut voor Schone Kunsten aangevat. Wat hoop je op het HISK nog te kunnen bijleren?
LD: Ik hoop dat ik een paar grote stappen zal gezet hebben in mijn werk, vooral inhoudelijk, maar ook naar andere media toe. Ik werk wel met fotografie, het is mijn medium, maar in de eerste plaats ben ik beeldend kunstenaar, al is dat een woord dat ik nog niet heel lang over mijn lippen krijg. Ik werk ook met collages en objecten, en dat wil ik eveneens verder uitdiepen.
YOUR SPACE OUR MINE?
Is deze term uit de omgevingspsychologie nog altijd overkoepelend voor je gehele werk?
LD: Ik gebruik de term niet meer, maar ze is nog altijd van toepassing op wat ik maak. Een mens is zich niet altijd bewust van de ruimte die hij inneemt, al bakent iedereen op een onbewuste manier zijn territorium af. Het zoeken van een eigen plek of een onderdak is één van de primaire behoeftes van de mens. In mijn scriptie heb ik het over de oermens die als nomade leefde en op diverse plaatsen telkens zijn territorium afbakende. Uit dat onderzoek is mijn fotoreeks Camps ontstaan.
Ik zie die camps als snelle structuren die ergens een plek afbakenen. Er bestaat binnen de fotografie een hele beweging die zich toespitst op plaatsbepalingen zoals de restruimte, de architectuur, het interieur en het landschap. Ik wou echter om naar de basis teruggrijpen. De nomadische afbakening als een blauwprint of schets van de latere architectuur.
Je maakt constructies die tijdelijk onderdak kunnen bieden en die daarna weer verdwijnen. Is dat een reflectie op je eigen leven of wil je daarmee maatschappij-kritisch commentaar geven?
LD: Beide. Vandaar dat mijn later werk Shelters of refuse heet.
SHELTERS OF REFUSE
LD: Dit is ook de titel van de expo die met Outlandisch in Recyclart in Brussel zal getoond worden. Voor mij is het refuseren, het verzet, even noodzakelijk als refuge, de beschutting.
De sculpturen op de reeks foto’s lijken me iets opener en poëtischer dan de beschuttingen in je serie camps. Ze zijn anderzijds ook agressiever, bijvoorbeeld die prikkeldraad. Je noemt deze sculpturen dan ook: The cristalisation of camps.
LD: De reeks Camps speelde zich vooral binnenskamers af en op vooraf gekozen locaties. Nu trek ik meer het urbane landschap in. Het toeval is een belangrijk element geworden. Ik maak constructies met ter plekke verzamelde materialen. Het element van verzet schuilt op zich al in de actie die je onderneemt om zo’n structuur op te trekken in de publieke ruimte.
NOMADIC WAR MACHINES
LD: Dit is een term van de Franse filosoof Gilles Deleuze, die in zijn teksten vaak over nomadische oorlogsmachines spreekt. Hij heeft het onder meer over nomadische oorlogsmachines die de gaten en barsten van onze maatschappij zichtbaar kunnen maken. We leven in een schijnwerkelijkheid die de maatschappij ons voorhoudt.
Ik tracht hetzelfde te doen op een bescheiden manier: In de publieke ruimte met gevonden, afgedankte materialen iets neerzetten, wat daar in de eerste plaats niet schijnt thuis te horen. Op die manier ontstaat er als het ware een klein barstje in het oppervlak van onze comateuze maatschappij.
SHELTERED DAYDREAMING = KILL TIME
LD: Als je vroeger als kind onder een tafel kroop, kon je daar uren blijven zitten en dromen dat je in een paleis zat. Maar in de huidige maatschappij wordt dagdromen niet meer als iets positief ervaren. Als volwassene moet je productief zijn, je wordt verplicht in de tijd te leven. Terwijl dagdromen en de verbeelding die daaruit voorkomt voor mij net een manier is om jezelf te vinden. Daardoor lijkt mijn nieuwe reeks ook symbolischer. Het zijn geen plaatsen meer waar je echt kan intrekken, wat bij Camps wel het geval.
ESPACE-DE-RESISTANCE
Onlangs had je een expo, Espace-de-resistance, waarin je een ander aspect van je werk liet zien, zoals collages en slogans.
LD: Meestal probeer ik de verschillende facetten van mijn werk samen te tonen, omdat alles op een of andere manier aan elkaar gelinkt is. In 2008 was het veertig jaar geleden dat er in Parijs en later ook elders grootschalige protesten uitbraken. Door deze gebeurtenissen 40 jaar later te herdenken en te vieren werden ze ook ingekapseld in de geschiedenis en onschadelijk gemaakt. Het zich verzetten leek wel iets gedateerd. Dat triggerde mij om mijn Wallpaper te maken. Voor mij is het gegeven van verzet en de evolutie ervan doorheen de geschiedenis heel belangrijk. Veel mensen rondom mij zien dat verzet als iets van toen, mei ´68. Ik wou nagaan of dat wel zo was. Ik ben beelden uit de media beginnen verzamelen van mensen die in 2008 op straat kwamen en die heb ik samengebracht in een collage van drie op vier meter. Ik heb de slogans uitgewist, zodat dat de focus op de actie van de betogers lag. Op die collage heb ik dan het Franse woord REVASSE gespoten, wat verwijst naar het dagdromen en daarmee ook naar de situationisten Guy Debord en Raoul Van Eigen. Volgend citaat van hen is voor mij nog steeds erg belangrijk: ‘Daydreaming subverts the World. Daydreams would find themselves empowered, turning into catalysts for new passions, new acts, new events: situations, made to be lived by their creators, a whole new way of being in the world.’
LEAVE ROOM FOR RESISTANCE
LD: Deze reeks bestaat uit tweeentwintig lambdaprints die samen de slogan Leave room for resistance vormden. Ik heb ze gemaakt voor de expo A room for justice van advocaten zonder grenzen, die twee jaar langs Europese Justitiepaleizen reist. Zij willen advocaten en rechters sensibiliseren om zich pro deo in te zetten voor de problematiek in onder meer Zuid-Amerika.
Terug naar je foto’s. Ze bevatten enerzijds veel documentaire elementen, maar anderzijds zit er ook veel fictie in.
LD: Voor mij zijn het korte acties die worden vastgelegd, wat documentair zou kunnen zijn, maar de actie op zich is geënsceneerd. Het staat symbool voor iets, dus in die zin is het fictie. Het is de bedoeling dat de kijker zelf de connotatie maakt met de essentie van zijn eigen leven. Iedereen zal zich ook een ander foto toeëigenen, want iedereen zoekt een andere beschutting in het leven.
Met welk gevoel hoop je dat de bezoeker je expo’s verlaten?
LD: Voor mijzelf hebben mijn foto’s vooral met een instinctief zoeken naar vrijheid te maken. Als je nu aan primitieve volkeren zou uitleggen wat een sculptuur is en hen vervolgens zou vragen een object te creëren, dan zouden zij waarschijnlijk iets maken waarin ze zelf nog passen of onder kunnen schuilen. Vandaar dat de shelter voor mij een eerste primitieve sculptuur is. In Griekenland zag ik opeengestapelde stenen als wegmarkering, ook dat zijn primitieve sculpturen. Het gegeven van primitieve sculpturen en primaire noodzaken boeit me uitermate en dat wil ik verder uitdiepen.
PROXEMIC PROJECTION
LD: Deze foto’s zijn eigenlijk een vertaling van een vorig werk dat een hinkelpad in krijt voorstelde, gebaseerd op de afmetingen van proxemics. Proxemics is de wetenschappelijke bepaling van de hoeveelheid ruimte die je als mens nodig hebt om goed te functioneren. Dat gaat van de intieme ruimte over de persoonlijke ruimte naar de sociale en publieke ruimte. Die afbakening van dat hinkelpad in krijt heb ik vervolgens in acht foto’s vertaald.
Wat me opvalt is dat je afbakeningen altijd op één persoon gericht zijn, nooit in koppel- of familievorming.
LD: Inderdaad, het gaat altijd om de beschutting van één op één meter. Dat is de persoonlijke ruimte die bij Proxemics gehanteerd wordt.
Waarom toon je geen constucties ‘in real life’ ?
LD: Omdat het voor mij dan geen zin meer heeft. Het is belangrijk dat ik mijn sculptuur in de publieke ruimte maak met wat ik tegenkom en het daar ook weer achterlaat. Het is ook niet van mij. Het voelt veel vrijer aan. In een galerie of kunstruimte zou me dat te officieel worden. Het zou te gecontroleerd worden.
Heb je altijd je fototoestel bij ‘voor het geval dat’? Is fotografie een 24/24 bezigheid?
LD: Mij gaat het zoals gezegd niet over de fotografie an sich. In mijn hoofd ben ik echter wel constant bezig met mijn werk. Ik kies tijdstippen uit waar ik bewust op wandel ga, ‘op zoek naar’, wat nog niet wil zeggen dat ik met een resultaat terugkom. Ik ben ook niet iemand die constant, in elke situatie, zoals bij feestjes, foto´s trekt. Ik beleef de dingen liever om me ze later smakelijk te herinneren..
Vanwaar de keuze voor zwart-wit foto’s op lambdaprint?
LD: Die lambdaprints zijn fotografisch mooi, om te koesteren, maar ik wil weg van het objectmatige en het kostbare. Ik werk nu met grotere prints van twee op twee meter die mijn constructies op ware grootte tonen. Het papier rechtstreeks op de muur, ruwer en fragieler. Ik wil dat het puur om inhoud gaat. Ik geef ook geen titels meer aan mijn werken, alleen een tijdsnotatie. Door het gebruik van zwart-wit wordt het werk ook in een soort tijdsvacuüm geplaatst. Maar ik werk vooral met zwart-wit omdat ik van de contrastwerking en de extreme duidelijkheid hou: Het is wat het is. Het heeft ook een connotatie met vroegere pamfletten. Door zwart-wit blijft de focus op het totaalbeeld van de constructie , in kleur dringen zich te veel de afzonderlijke texturen op.
Wat is de hedendaagse relevantheid van je werk?
LD: Daarop kan ik moeilijk antwoord geven, maar wat ik maak komt voort uit wat ik rondom mij zie en voel. In die zin is mijn werk hedendaags relevant.
Moet kunst nut hebben?
LD: Voor mij komt goede kunst altijd van iemand die met zijn werk vertrekt vanuit de wereld die hij aanvoelt en waarin hij leeft.
Iemand die gewoon mooie plaatjes schiet interesseert je niet?
LD: Mooie plaatjes interesseren me niet of zijn voor mij niet genoeg, al vind ik het puur ambachtelijke aspect ook knap, bijvoorbeeld bij iemand die technisch erg goed kan schilderen.
Is kunst maken voor jou een vluchtroute? Een reden om niet te moeten meedraaien in de mallemolen van de maatschappij?
LS: Helaas! Ik begin hoe langer hoe meer te vermoeden dat dat effectief zo is (lacht). Misschien leven we wel op een kunsteiland. Misschien is kunstenaar zijn een manier om het leven te doorgronden, niet dat ik het ooit zal begrijpen, maar ik denk dat kunst wel een goede poging daartoe is .
Zijn er andere fotografen of kunstenaars waarmee je je verwant voelt? Zijn er andere kunstvormen die je inspireren?
LS: Ik ben in alles geïnteresseerd. Ik volg de kunst, maar ik vergelijk mezelf niet met wat anderen doen om te zien of dat wat ik doe wel klopt.
Het lijkt me dat voor jou het leven belangrijker is dan de kunst.
LS: Absoluut! Voor mij blijft een kunstwerk iets dat tegen de muur hangt en in wezen dood is. En uiteindelijk blijft kunst uiteraard een fantastische leugen.
Kunst is uiteindelijk de weergave van één persoon die vindt dat het leven zó is.
LS: Kunstkritiek is net hetzelfde. Iemand komt met al zijn persoonlijke bagage binnen en schrijft zijn eigen visie neer. Dé waarheid bestaat niet.
Misschien is dé kunst om het leven te leven belangrijker dan kunstenaar te zijn.
LS: Dat is véél belangrijker. Kunstenaars zijn gewoon mensen die het verder proberen te zoeken en zichzelf gaandeweg wel eens durven te verliezen. Uiteindelijk zou ons doel moeten zijn: op een berg zitten en gelukkig zijn… Als ik dat zou kunnen, zou ik geen werk meer hoeven te maken. Maar het is sterker dan onszelf: we willen iets kwijt, het moet eruit.
Blij dat we het resultaat daarvan zien, Lara!
Hilde Van Canneyt, Copyright -2009. Met dank aan croxhapox.
http://www.laradhondt.be/
http://www.outlandish.be/
http://www.hisk.be/
Lara stelt tentoon:
Outlandish at Recyclart te Brussel. Shelters of refuse.
Van 22 okt ’09 tot 21 november ’09
Time-Waste at Service Open Art Space te Stuttgart, Duitsland.