Interview met Benn Deceuninck (1960), Kunstbibliotheek Universiteit Gent, oktober 2011, Gent.
Toen ik onlangs in de kunstbib enkele boeken wilde ontlenen, ontdekte ik de tentoonstelling Art(silence) en er raakte ik aan de praat met bibliotheekhouder en fotograaf Benn, die me een rondleiding gaf. Of ik een tekstje wilde schrijven over de tentoonstelling? Of hij enkele foto’s van mij mocht nemen in ‘het mooie licht’ van de Henry Van De Velde bibliotheek? Bij deze dus…
Allen daarheen, want enkele barbaren hebben beslist dat de kunstbib weldra verhuist…
Hilde Van Canneyt: Hallo Benn, we zitten hier in deze mooie Henry van de Veldekunstbib, laten we het eerst hebben over de historiek van deze bibliotheek. Henry Van de Velde (1963-1953) heeft deze ruimte van 420 m2 in de jaren dertig speciaal ontworpen met de bedoeling er een intellectuele ontmoetingsplaats en plaats voor reflectie van te maken.
Benn : Die historie is wel belangrijk: Henri Van de Velde was een grootmeester in de architectuur. We mogen in Gent terecht trots zijn dat we bouwwerken hebben van die omvang, met de functie als bibliotheek én in de vorm van een boekentoren. Naast die Boekentoren die ondertussen wel iedereen kent, is er ook een aparte vleugel gebouwd in de jaren dertig: het HIKO – het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde – en eigenlijk heeft van de Velde van August Vermeylen (1875-1945) de opdracht gekregen om iets speciaals te ontwerpen voor die kunstafdeling. Vermeylen gaf er zelf les en is de eerste Vlaamse rector geworden. Ik vind dat het een beetje vergeten wordt dat zo’n kunstenaar als August Vermeylen aan de basis ligt van de opleiding Kunstgeschiedenis en andere kunstenaars motiveerde en de opdracht gaf een apart kunstinstituut te bouwen.
Het grootse van deze bibliotheek is ook dat je een zeer mooi zicht hebt op de Boekentoren.
Anno 2011 is het hier nog altijd een kunstbibliotheek, maar niet meer voor lang…
HVC: Op de website staat dat jij hier in 2003 als nieuwe bibliothecaris voor een nieuw elan hebt gezorgd door deze ruimte te laten schilderen en te moderniseren.
BD: Dit hoefde niet per se door mij te gebeuren, het kon ook door iemand anders geweest zijn die oog had voor het waardevolle van deze architectuur en voor deze collectie boeken in verband met kunst. Maar er waren toen inderdaad nog geen tentoonstellingen. Toen ik hier kwam, was deze ruimte enorm verloederd: de verfschellen hingen van het plafond, er hingen donkere gordijnen die vol stof zaten, de kasten stonden schots en scheef… Maar al snel ontdekte ik dat die ruimte een ziel had en gaandeweg ben ik beginnen opruimen – dat leek hier in twintig jaar niet gedaan – en heb ik een container oud en kapot materiaal laten wegvoeren. Zo werd de ruimte opener en met een likje verf werd alles serener. Zo kwam ook een trap aan het licht die naar een portiersloge leidt. Deze trap is merkwaardig in zijn eenvoud. Er is een zeer mooie lijn: de rechte, de hoek- en een gebogen lijn. En van de Velde die sprak over de sterke lijn! Geen ornament. Een foto die ik toen van die trap maakte is zo’n beetje het logo van de Kunstbib geworden.
De kasten heb ik samen met architecte Michaela Geenens volgens een bepaalde systematiek laten plaatsen. Door dit inzicht en liefde voor schoonheid is deze ruimte geworden wat ze nu is.
HVC: Hoe kwam je op het idee kunstenaars uit te nodigen in deze Henry Van de Velde kunstbibliotheek?
BD: De concrete aanleiding kwam na een gesprek met een oudere mevrouw die hier elke week kwam om opzoekingwerk te doen. Michelle Beekman heet ze. Ze bleek een kunstenares te zijn. Ik heb haar gevraagd om haar werk eens mee te brengen en van het één kwam het ander. De theoretische aanleiding is dat ik zeer in kunst ben geïnteresseerd en dat ik er aan dacht tijdelijke tentoonstellingen te organiseren met de creativiteit van anderen. Dit ook met het achterliggende idee dat jonge mensen die kunst studeren, in plaats van alleen via boeken, ook met echte kunst in contact moeten komen. Het is van begin af aan heel natuurlijk gegroeid en het plaatje viel perfect in elkaar. Aanvankelijk dacht ik na het opknappen van de bibliotheek om met kunstposters te werken, maar het is beter uitgedraaid (lacht). Ik heb ook nooit kunstenaars moeten zoeken, meestal kwam het contact met de kunstenaars waarvan hun werk hier zou passen, organisch en spontaan tot stand, vanuit het buikgevoel. Pas achteraf kan men daar dan wel een theoretisch rode draad uit distilleren.
HVC: Kreeg iedereen carte blanche en mocht de kunstenaar vrij zijn ding doen?
BD: De bedoeling was om te vertrekken vanuit respect voor het woord, het boek, de stilte en deze historische ruimte, met eventueel een link naar het abstracte en het modernisme. Deze zaken waren vooral onderliggend geldig om een goed contact met de kunstenaar te hebben. Praktisch werden de kasten als sokkels gebruikt, waar je vanaf een balkon een heel interessant zicht op hebt. Later kwamen er werken die zich niet alleen tonen, maar zich vooral integreren in het geheel. Uiteindelijk is het zo uitgekomen dat ik kunstenaars ging uitdagen om iets met de ruimte te doen.
HVC: Het zijn inderdaad ‘zoekende expo’s’. De bezoeker krijgt de tentoonstelling niet met de paplepel ingelepeld. Bezoekers die er niet op letten, zien zelfs niet dat er een expo gaande is. Trouwens, het zijn expo’s bedoeld voor de bibliotheekganger, maar evengoed voor externe gasten.
BD: Er zijn hier inderdaad mensen die binnenkomen en vragen: “Waar is de tentoonstelling?”
In de eerste plaats waren de expo’s bedoeld om het werk hier aangenamer te maken (lacht), maar evengoed voor de mensen die hier opzoekingswerk doen, om hen te confronteren en bewust te maken van de aparte ruimte hier. Zoals ik eerder zei, want je weet dat er genoeg studenten zijn die kunst studeren, maar zelden een museum binnenstappen. Anderzijds is het ook zo dat hier in kunst geïnteresseerden over de vloer komen die hier anders nooit zouden geraken en zo deze verborgen parel kunnen ontdekken.
HVC: Zo is er doorheen de jaren beetje per beetje een soort vaste collectie ontstaan.
BD: Werken worden niet aangekocht, maar kunstenaars laten hun werk hier graag achter in bruikleen. Zo heeft Hugo De Leener zijn breekbaar glaswerk hier laten staan. Ook het werk van Denmark staat hier in langdurige bruikleen. Denmark studeerde hier in de jaren ’70 en hij is als kunstenaar veel bezig met kunstkritiek, tijdschriften en het boek. Hij heeft hier een toren met boeken gezet: Made for Noah’s Ark I, 1989. Later heeft Renaat Ramon, een visueel poëet en beeldhouwer uit Brugge, ook een sculptuur met een torentje achtergelaten. Het is heel fijn om die rij torens van 3 kunstenaars achter elkaar te zien staan: Denmark, Ramon en van de Velde. Dit geeft een zeer mooie lijn. Dit om te illustreren hoe kunst echt in een context staat en een andere waarde heeft door die context. We kunnen ook het werk van Geert De Cloedt als voorbeeld nemen: hij maakt eigenlijk schilderijtjes met letters die hij schildert. Zo overschildert hij als vraagstelling ook woorden die we dan zelf kunnen invullen. Bijvoorbeeld: All our ignorance brings us nearer to dust.
All our optimism brings us nearer to obscenity. En: All our optimism brings us near to confusion. In een ander werk lees je als je er recht voor staat: ‘cognition’ en van opzij wordt het dan ‘recognition’.
Eén van de rode draden die je wederom in die opgesomde werken ziet is: nadenken. De kunstenaars dagen uit om te denken via kunst.
HVC: Denk je dat kunst werkelijk een verschil maakt voor studenten?
BD: Dat moet je eens aan de studenten vragen (lacht).
HVC: Verbetert kunst de wereld?
BD: Niet altijd bewust, maar onbewust zou ik volmondig ‘ja’ antwoorden. Welke ervaring had jij toen je hier voor de eerste keer binnenkwam? Je voelt toch dat er ‘iets’ is? Een ‘ontmoeting’ is mogelijk.
HVC: Mij deed het me in een ander tijdperk voelen. Van de drukke wereld in een soort ruimte van stilte en stilstaan. Wat ook een benauwend gevoel kan zijn.
BD: Een bibliotheek is sowieso een oord van stilte. Om iets te creëren of onderzoek te doen is stilte noodzakelijk. Het begint bij stilte, wat heel inspirerend kan werken. Jouw teksten over kunst of kunstenaars beginnen bij een wit blad en je interviews bij een lege bandopnemer. Al is deze kunstbib eigenlijk geen typisch lege witte tentoonstellingsruimte waaruit je uit het niets je creaties neerpoot. Er is een gegeven.
HVC: Je moet meestal ook iets bij jezelf naar binnen kunnen trekken om het dan naar buiten te kunnen brengen.
BD: Ik vind het interessant dat je dit aanhaalt als illustratie van hoe kunst en wetenschap of kunst en kennis samengaan. Zo heeft de kunstenaar-fotograaf Martien van Beeck deze gedachte die jij hebt ook geïllustreerd door een foto te maken van een meisje die je heel stil aan een tafeltje ziet zitten studeren. Een beeld dat hij maakte in het Flagey-gebouw in Brussel. Architectuur uit de tijd dat ook deze kunstbib gemaakt werd.
HVC: De kunstbib krijgt vanaf volgend jaar helaas een andere bestemming. Je hebt voor deze gelegenheid zestig kunstenaars samengebracht die hier de laatste negen jaar exposeerden. Je bent erin geslaagd hier de afgelopen jaren elke twee maand een andere kunstenaar te brengen. Je ziet deze expo Art(silence) nu als een soort hulde. Hoe was die ervaring om alle kunstenaars en kunstwerken terug te zien? Voelde je eens soort trots van: “Hé, ik heb het toch maar gedaan!”
BD: Ik wou hen ook eens allemaal samen in contact brengen, want ik geloof sterk in de ontmoeting: als mens ben je niks op jezelf. Ik vind dat ons gesprek al een meerwaarde heeft: we zijn stil en we luisteren naar elkaar. Het was voor mij een uitdaging om hier zestig kunstenaars te brengen, wetende dat iedereen ‘zijn’ plaatsje wil bemachtigen. Ik had dat ingecalculeerd, door er een Wunder- of Kunstkammer te willen van maken. Maar alle kunstwerken zijn geïntegreerd zonder alle plaats in te nemen en met respect voor elkaars werk en de ruimte. De kunstenaars kenden natuurlijk ook al de geplogenheden van de bib en mij als tentoonstellingsmaker, waardoor de kunst die ze tonen er ook in past.
Om enkele voorbeelden aan te halen: Luc Degryse toont hier zijn ‘Turning Tourist’: een manneke die twee valiesjes in zijn handen heeft, klaar om te verhuizen. ‘Het conceptuele boek’ van Martine Laquière opnieuw gemaakt. Rob Buelens komt hier binnen met een zwaard en een handvat in glas of er hangt een ‘blauwe huik’ van Sofie Nys, wat te maken heeft met ontrouw. ‘Anathemasit’ van Brody Neuenschwander, gaat over de vervloeking die rust op degenen die boeken steelt…
Sofie Nys gaf de opmerking: “Ik ken weinig of geen andere kunstenaars persoonlijk, maar ik heb toch het gevoel dat ik in deze groep zit.“
HVC: Je hebt je kunstenaars altijd artistieke vrijheid gegeven, maar ze hebben daar nooit misbruik van gemaakt. Ze brengen meestal werk dat zachtjes binnensijpelt, bijna nooit ‘in your face’ kunst.
BD: … en met respect voor de problematiek van deze sterk geladen ruimte. Ik had bijvoorbeeld veel schroom om Brody Neuenschwander te benaderen. Hij is een grote meneer – medewerker van Peter Greenaway geweest – en ik heb me aan hem voorgesteld in de tentoonstellingsruimte Be-Part te Waregem en gevraagd of hij geïnteresseerd was om eens langs te komen in een speciale kunstbibliotheek. Vanuit zijn grote liefde voor het boek en bibliotheken, hij behaalde zelf een doctoraat in de kunstgeschiedenis aan Princeton University, was hij hier twee weken later, liep hij vijf minuten rond en zei: “Op deze plaats wil ik iets doen.” Maar hij is meer dan een kalligraaf. Hij heeft een hele wandinstallatie gemaakt en heeft ook veel van zijn boekwerken en sculpturen naar hier gebracht.
HVC: Wat zou voor jou de ideale tentoonstelling om te maken zijn indien je carte blanche zou krijgen?
BD: Ik zou zeggen: “De expo Art(silence) hoe ze er nu uitziet.”. Ik hou ervan om mensen te confronteren met een kwalitatieve ruimte, met elkaar en met een bepaalde problematiek: ontmoeten-nadenken-uitwisselen. Je ziet het ook aan de reacties van de mensen: door deze manier van exposeren leren ze de ruimte rond te gaan en kan men iets ontdekken waar men het niet verwacht. Je kijkt naar de boekenrekken, naar de boeken en plots zie je een kunstwerk: dat kan confronterend zijn. Je gaat als bezoeker uiteindelijk zelfs anders kijken naar de boekenkasten. Uiteindelijk zit er in die boekenrekken ook een ordening en een systeem en als je visueel en abstract kijkt, zie je een hele mooie ordening. Het is als bezoeker heel interessant om de abstractie van deze ruimte te ontdekken, samen met de lichtinval – die een bijzondere belevenis op zich is – en die constant verandert naargelang de seizoenen en naargelang het uur van de dag. Henry van de Velde heeft dat goed gezien om de ramen zo hoog te plaatsen. Het licht valt royaal binnen. We zijn afgeschermd van de straat. Zo kunnen we ons beter concentreren.
HVC: Je wilt van deze groepsexpo Art(silence) een publicatie maken als getuigenis van de artistieke werking van de Henry van de Veldekunstbibliotheek. Denk je dat deze tentoonstelling gemakkelijk te vatten is in een boek? Want je zal ook al vaak meegemaakt hebben dat als een tentoonstelling in een boek gegoten wordt, het veelal kan ontgoochelen.
BD: Het is niet de bedoeling een catalogus te maken van de tentoonstelling. Alle afgebeelde werken zijn speciaal door de kunstenaars gemaakt voor het boek. Het is een ander concept. Daarnaast zal er nog een statement staan in woorden wat Art(silence) – de combinatie stilte en kunst – betekent voor hen. Dit omdat ik vooral uitga van stilte in de bibliotheek, van het boek en de stilte die nodig is om te studeren, te onderzoeken, creatief te zijn. Het is curieus om zestig meningen van verschillende kunstenaars te lezen: er zijn zoveel meningen als kunstenaars. Maar daarin zie je twee grote groepen: mensen die zeggen: stilte, wil ik dat wel? Is dat wel goed? Want er bestaat ook zoiets als opgelegde stilte. En andere kunstenaars die stilte meer zien als een creatief criterium. Ik hoop dat je die energie van negen jaar omgaan met zeer diverse kunstenaars doorheen het boek zal voelen.
HVC: De bibliotheek sluit en jullie verhuizen naar de Rozier in Gent. Heb je de intentie om er je reeks tentoonstellingen verder te zetten?
BD: Ik wou de bibliotheek gezelliger maken om in te werken ook voor de bibliotheekgebruiker, de bezoeker. In mijn functie als bibliothecaris kreeg ik van prof. Claire Van Damme, academisch verantwoordelijke van deze kunstbibliotheek carte blanche.
Volgens de Franse denker Michel Foucault (1926-1984) is een bibliotheek een heterotoop – een andere ruimte. Het is een semipubliek toegankelijke ruimte waar iedereen welkom is, maar niet iedereen komt hier noodzakelijk. Een galerie is meer een soort marktplaats. Voor mij is het uniek om kunst in niet commerciële ruimten te tonen.
Ik zou dat zeker graag verder zetten: ik sta open voor wat de toekomst aan mogelijkheden biedt. Graag zou ik mijn expertise gebruiken voor een verdere culturele en artistieke uitstraling van onze Universiteit. Ik probeer hier & nu in schoonheid de verschillende projecten rond Art(silence) af te ronden.
HVC: Je bent fotograaf van opleiding en bent zelf nog actief als fotograaf. Wat wil jij zelf met je foto’s weergeven?
BD: Voor mij is fotografie een manier van kijken en leren kijken. Het is uniek, omdat het met onze zintuigen te maken heeft. Ik vind dat de mens een eenheid is en door middel van zintuigen kan je iets leren, gewaarworden en uitwisselen. Ik ontwikkel het zien om beter ‘in te zien’. Dan is fotografie een uitdaging om stil te staan en stil te zijn, iets te capteren en via fotografische criteria te verwerken en weer te geven, en dan hoop ik dat de anderen door visie/zicht of door open te staan ook inzicht kunnen hebben. Voor mij is fotografie geen objectief beeld maken, maar net het beeld uit de objectiviteit halen, waardoor het vermengd wordt met een subjectiviteit. Dialektisch.
HVC: Kwetst het je soms niet als fotograaf, als mensen bijvoorbeeld aan je foto’s voorbijgaan en niet echt voelen of snappen wat je bedoelt? Want niet iedereen is welbewust met kunst bezig of staat stil bij ieder bewust gekozen beeld van een kunstenaar.
BD: Je kan wat je maakt via publicaties tonen. Zo heb ik o.a. een boek gemaakt: ‘De Stilte van het Licht/The silence of light’ en kunstfilosoof Karel Boullart heeft heel korte beschouwingen geschreven, die hij vergeten meditaties noemt, over het thema stilte en licht. De foto’s zijn allemaal ‘gezien’. Voor mij is dat gewoon stilstaan bij de dingen die ik ontmoet. Ik noem mijn project als mens ‘en route’ zijn. Zo kan je stilstaan, zien en capteren. Voor mij zijn die beelden ook een soort meditaties. Ik vind het heel belangrijk om stil te staan en bewust te zijn van het eigenste moment en over dat moment te reflecteren. Fotografie is ook een soort meta-zien: het is eigenlijk al een soort abstractie, terwijl het tegelijkertijd ook iets intuïtiefs heeft – je herkent iets – maar je kan er ook een beschouwing aan geven, iets dat ik als fotograaf probeer te doen. Op die manier kan je je mening wél delen met anderen: ik heb een website, maak postkaartjes, publicaties, stel soms tentoon, … Voor mij is het ook de mogelijkheid om een leeg vlak in te vullen, ook als mens… Mijn manier van kijken voedde me om
de bibliotheek Kunstwetenschappen te maken wat ze geworden is en om tot dit project Art(silence) te komen…
Succes en proficiat!
Hilde Van Canneyt, copyright 2011.
Foto’s: Benn Deceuninck
Art(silence)
Bibliotheek Kunstwetenschappen
Universiteit Gent
Sint Hubertusstraat 2, 9000 Gent
Met werk van: Oshin Albrecht, Annemie Augustijns, Michelle Beekman, Francis Bekemans, BeNN, Lies Boddaert, Evelien Boden, Karin Borghouts, Rob Buelens, Georgette Caese, Albert Cambeen, Marcel Cardon, Moniek Darge, Anneleen De Causmaecker, Geert De Cloedt, Gilbert Degryse, Luc Degryse, Carlos Dekeyrel, Toon Delanote, Hugo De Leener, Désirée De Lust, Denmark, Dany Deprez, Hugo De Smaele, Charlotte De Smet, Emilie de Vlam, Jan Dheedene, e.v., Samira El Khadraoui, Karel Fonteyne, Joan Hus, Etienne Kerkhof, Ben Kockelkoren, Martine Laquiere, Beatrijs Lauwaert, Trees Le Roy, Axel Leijman,Johan Lievens, Jonatan Lyssens, Christine Marchand, Raul Meel, Brody Neuenschwander, Wim Nival, Sophie Nys, William Ploegaert, Renaat Ramon, Rita Reychler, Séline Riquière, Bernard Sercu, Leon Tuypens, Giannina Urmeneta Ottiker, Martien Van Beeck, Elisabeth Van Dam, Fien Van der Haegen, Philip Van Isacker, Nicoline Van Stapele, Herwig Verleyen, Jentel Wuytack
Nog tot 22 december 2011 te zien.
Voor de ganse getuigenis over een dynamische kunstbibliotheek en
voor meer info in verband met de tentoonstellingen in het verleden zie: www.kunstbib.ugent.be
Het boek Art(silence) is te verkrijgen op hetzelfde adres.