(vorig interview: Athar Jaber, volgend interview: AMVK)
HVC: Hallo Kristof, ik ben hier op je
atelier en ik zie vooral schilderijen: grote en kleinere, maar ook tekeningen.
Zijn je tekeningen een soort voorstudies of zie je dat als iets compleet apart?
zijn in de eerste plaats bedoeld om een sfeer te creëren, die ik dan verderzet
en uitwerk in mijn schilderijen. Ze ontstaan als sfeerschepping maar groeien
vaak uit tot meer dan enkel een voorbereidende schets.
je atelier komt? Om wat op te warmen? Of doe je dat thuis? Of als je moe bent
van het schilderen, even ter ontspanning een tekening maken?
Om echt wel in de juiste mood te geraken. Een soort mentaal moodbord,
tumblr als het ware. Als ik aan een schilderij bezig ben, dan laat ik het
tekenen eventjes voor wat het is, tot het schilderij af is en dan begin ik weer
te tekenen.
HVC: En de goeie tekeningen houd je dan?
dat iets wat je bewust kiest?
KVH: Ik werk het liefst op groot formaat. Zoals je kan zien,
voel ik mij het best bij een één op één schaal. De hoofdpersonages die ik
schilder zijn min of meer op ware grootte. Daarom zie je op die kleinere doeken
ook alleen maar portretten. Er kan niet meer op.
tegen de muur nagel. Op die manier voel ik mij niet beperkt door de
begrenzingen van het kader. Ik heb op die manier meer het gevoel dat mijn doek
geen einde heeft, ik houd van die grenzeloosheid.
HVC: De kleine schilderijen zijn – net als
je tekeningen eerder aanvullend dan?
KVH: Ja en neen. Elk werk dat ik maak, vult de anderen aan.
HVC: Als ik zo rond mij kijk, zie ik op je
doeken vooral menselijke figuren. Is daar een reden voor?
KVH: Ja, mijn werk gaat over de mens en zijn gedachtegoed. Ik
ben gefascineerd door het gegeven “denken”. Dat wij als mens de enige
zelfbewuste levende wezens zouden zijn. Volgens Erich Fromm zou dat zelfs het
enige onderscheid zijn tussen de mens en het dier. Er gaat zoveel om in ons
hoofd en ik vind het buitengewoon interessant hoe wij daar mee omgaan.
KVH: Wel, zoals ik al zei gaat het over wat er in ons hoofd
afspeelt. Dat is altijd al zo geweest, van in het begin, toen ik begon te
schilderen, een kleine tien jaar geleden. Met de jaren is de uitwerking en de
benadering van het onderwerp wel wat geëvolueerd: van zeer algemeen naar meer
concrete antropologische vraagstellingen. Waarom houden we onszelf vooral bezig
met euhm … onszelf? Hoe komt het toch dat we ten tijde van onrust
telkens weer de spotlight naar onszelf draaien. Is dat zelfbewustzijn een zegen
of een vloek? Die vraag boeit mij enorm en daarom observeer ik de mensen. Die
observaties probeer ik neer te zetten in mijn werk. Ik wil een aantal maatschappelijke
knelpunten aankaarten, niet door die knelpunten uit te beelden en daar de
nadruk op te gaan leggen, maar net onze onverschilligheid te duiden. Als je al
mijn werk naast elkaar zou leggen wil ik dat het de vraag oproept: Waar zijn we
mee bezig?
wat er in de mensen hun hoofd omgaat in jouw werk?
KVH: Of wat er niet omgaat in hun hoofd, die
onverschilligheid dus. Terwijl er heel veel belangrijke dingen zijn die ons
zouden moeten bezighouden. (knipoogt)
HVC: Ah zo! Vertel! .
KVH: Ik zal het proberen uit te leggen aan de hand van het
schilderij ‘Navel-gazers and pink boots’:
etaleert met heel opvallende roze laarzen aan. Op de achtergrond zie je een
vrachtwagen. Verder zie je ook nog een familie navelstaarders, totaal onbewust
van hun omgeving. De focus van het schilderij ligt op de vrouwelijke figuur.
Haar zelfingenomenheid en de fierheid over de nieuwe aankoop van haar roze
boots spelen de hoofdrol en trekken de aandacht. Ik leid de aandacht van de
kijker af naar de opvallende roze laarzen.
staat daar een vrachtwagen een lading hulpgoederen in te laden afkomstig uit de
voedselbank van Eke. De hele problematiek rond armoede in België, een zogezegd
ontwikkeld en rijk land, zou onze aandacht moeten opeisen. Maar onze blik wordt
vertroebeld door futiliteiten. Logischerwijs zou de vrachtwagen het prioritaire
beeld moeten zijn, maar daar heb ik bewust niet voor gekozen.
bezig zijn en onzin heel moeilijk. Daarom schilder ik alles door elkaar.
Elementen die volgens mij onze aandacht verdienen alsook de futiliteiten, de nonsense.
Alles zonder duidelijke hiërarchie. Zo gaat het er ook aan toe in ons hoofd.
Alles door elkaar, weinig hiërarchie, en als er dan al één is, komen de
futiliteiten vaak op de eerste plaats. We weten allemaal dat er armoede is, en
we vinden dat allemaal zeer erg, maar toch staan we liever te pronken met
nieuwe roze laarzen.
werk. Het is (nu) nog niet af. Hoelang denk je dat je er nog aan bezig zal
zijn?
Het is een nog complexere compositie. De elementen zitten nog meer in elkaar
verweven.
of vind je de schildershandeling – de weg er naartoe – ook fijn. (wat niet bij
alle schilders het geval is.)
altijd probeer uit te dagen. Ik wil altijd verder gaan en mezelf voor
moeilijkheden stellen.
van de elementen in een gelaagdheid op je doek te brengen?
verschillende stijlen door elkaar, omdat dit dan op het niveau/de laag van het
schilderij zelf, de toeschouwer weer afleidt. Ik drijf met elk schilderij de
complexiteit altijd iets op.
HVC: Je wilt dat de kijker zijn blik laat
glijden langs de verschillende componenten op je doek en niet direct het geheel
ziet?
kun je doen door dingen op de voorgrond te plaatsen die er niet hoeven te
staan, stijlen door elkaar te mixen. Opvallende kleuren implementeren,… Foute
focussen leggen is iets wat wel vaker terugkomt in mijn werk.
HVC: Op de achtergrond lijk ik een soort
sloppenwijk of fabriek te ontwaren? Klopt dat?
KVH: Bijna juist, het is gebaseerd op een foto van een soort
barakkenwijk, waar arbeiders wonen die bouwen aan een voetbalstadion. Moderne
slavernij. Op de voorgrond staan dan opnieuw die nonsense elementen
zoals luchtgitaarspelende vrienden (waarvan ikzelf er een ben), een man
verkleed als tijgetje en een vrouw die aan het windowshoppen is voor een lege
etalage.
HVC: Ik zie hier ook een projector staan.
Veelal het klassieke toestel in een atelier, maar vaak nog een taboe. Hoe
gebruik jij dit ?
compositie er op zet, zodat wanneer ik aan het hoofd begin, toch zeker weet dat
de voeten er ook nog op kunnen.
HVC: En die compositie maak je op voorhand
in je schetsboekje of op je computer?
Vaak teken ik ook eerst de dingen, zodat ik bij het uitwerken van het
schilderij mij niet alleen baseer op het computerscherm, maar ook op mijn
tekeningen.
HVC: Stel dat ik een werk van jou koop en
er elke dag naar kijk, wat wil je dat zo’n schilderij bij mij – of anderen –
losmaakt? Wat wil je ermee “bereiken”?
met zijn directe betekenis, de symboliek die er achter zit en als laatste het
gegeven “schilderij” op zich. Een goed werk heb je als je op alle drie de
niveaus juist zit.
werk stel ik jou de vraag, zijn we nu wel of niet een mooi allegaartje? Die
vraag wil ik bij jou oproepen.
schilderij maken waar je, zoals jij zegt, elke dag kunt naar kijken zonder dat
het je verveelt. Eentje waar alles op technisch niveau, juist zit. Dat is ook
nodig, want je moet de aandacht trekken alvorens je iets kunt vertellen.
verhalende collageachtige schilderijen?
bedoeling: moeilijk gaat ook, niet? Als je een schilderij interessant wilt
houden moet je er wat uitdaging insteken. Voor mezelf tijdens het maken maar
ook de kijker mag het niet te gemakkelijk hebben, vind ik. Wij zijn het gewoon
om alles in één oogopslag te zien en te kunnen/willen begrijpen en ik wil dat
een beetje anders. We zijn heel lui geworden op gebied van beeldinterpretatie.
De mensen een beetje “ambeteren”, dat vind ik leuk. (lacht)
zijn? Of wel?
stel mezelf die antropologische vraag. Waarom negeren we problemen die zo
belangrijk zijn? Wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen? ( imiteert Paul
Jambers) Ik zet mezelf ook vaak – door middel van een zelfportret – tussen die
stupid humanity. Dus ik was mijn handen zeker niet in onschuld. Ik ben ook veel te onverschillig en ik vind
mezelf ook te vaak belangrijk. Ik lach de mens eigenlijk een beetje uit.
hebben?
naar het gegeven schilderij zelf. Kunst over kunst. Dat is, als ik me niet
vergis, begonnen bij Duchamp en overgelopen naar het dadaïsme. Dat is toen
ontsproten vanuit een frustratie. Een frustratie vergelijkbaar met de mijne:
komaan jongens, waar zijn we mee bezig? Zoiets. Helaas heb ik soms het gevoel
dat we daar tot op heden een beetje zijn in blijven steken. We doen nog steeds
onderzoek naar het gegeven “kunst”.
je het voordeel op de juiste plaats te zitten in de zaal, namelijk op het
podium. Dan heb ik de neiging om te denken : “Maak er gebruik van”, “kaart
dingen aan als moderne slavernij, milieuproblematiek, de neoliberale waanzin,
…” Stel jezelf in vraag, als mens. Enfin, dat is mijn persoonlijke fascinatie.
KVH: Zo veel kunstboeken lees ik eigenlijk niet. Ik denk ook
niet dat dit een vereiste is voor een kunstenaar. Ik volg wel elke dag het
nieuws en de actualiteit op de voet. Maar lezen over kunst, hoeft niet.
HVC: Neen?
gelezen in één van jouw interviews Hilde (lacht). Maar als ik een probleem heb,
of vastzit, zal ik wel op zoek gaan naar een antwoord in de kunstgeschiedenis.
HVC: Ik zit hier nu in het midden van je
atelier, (lui) op een stoel, ik ga nog wat rustig van hieruit mijn ogen laten
ronddwalen. De figuren (of zijn het portretten?) zien er tijdloos uit, eerder
fifties-achtig, is daar een reden voor? Hoe kom je erbij om hen zo te
schilderen?
ik de mens kan uitbeelden als een allegaartje van van alles en nog wat. Ik heb
verschillende bronnen, het internet, mijn eigen foto’s … Maar ik heb ook een
grote collectie oude tijdschriften waar ik uit put (toont me een aantal van die
oude boekjes met zààlige zwart/wit foto’s ).
HVC: Die oude tijdschriften zijn echt wel
de max. En bijna alle foto’s hebben iets bevreemdend.
verhaal aan vasthangt: het is ook heel herkenbaar, en toch is het een beeld van
50 jaar geleden. We zijn dus eigenlijk nog geen haar veranderd.
portretten wil je toch dat ze je intrigeren, met een soort sfeer.
klein formaat kan ik mijn verhaal niet kwijt via een collage zoals bij mijn
grote werken, en moet ik het reduceren tot een sfeer.
(na)schildert, er zit een mysterieus kantje aan.
die koppen kijkt, je het gevoel hebt dat het niet klopt. Je ziet dat ze met
zichzelf bezig zijn, terwijl het eigenlijk niet het moment is om met jezelf
bezig te zijn. Al mijn schilderijen en tekeningen hebben trouwens die
dreigende, onprettige sfeer. Het lijkt soms ook grappig, maar het is eerder
groen lachen.
HVC: Je bent nu aan het werken naar een
expo toe in september bij Alex Weidenbaum, van de Freemen Gallery in
Aardenburg. Heeft de galeriehouder een bepaalde verwachting van je nieuw werk?
verwachtingen (lacht). Desnoods doe ik er een tandje bij hè Hilde. (knipoogt)
HVC: Je schildert echt wel heel graag hé?
het even niet lukt. Dat is zelfs een cruciaal onderdeel van het
schildersproces. Lukken en mislukken gaan hand in hand.
HVC: Michäel Borremans gaat zoals een
strijder ten aanval naar zijn atelier. En jij?
heb je dan vaste dagen dat je naar hier komt?
plezante deel van de week. Helemaal geen strijd om naar hier te komen. Elke dag
ben ik dankbaar dat ik dit überhaupt kan doen.
HVC: Is dat dan opstaan en direct naar je
atelier komen?
HVC: Blijf je dan tot ‘s nachts?
HVC: Als je goed bezig bent wil je toch
gewoon verder doen?
gewoon wat neurotisch op dat vlak denk ik.
HVC: Hoe bedoel je?
niet echt van af. Ik ben best strikt en plichtbewust. Beetje last van een
tijdneurose ook, denk ik. Geen onverwachte afspraken, wendingen. Alles mooi
gepland. Structuur! Zo weinig mogelijk tijd verliezen. En tijd verliezen is
níet schilderen of tekenen.
HVC: En als je dan in je atelier bent en
het lukt niet goed, blijf je dan?
hele leuke. Dat schilderen is soms vechten , maar dat hoort er gewoon bij.
HVC: Het is niet zo dat je alles al
fluitend op je doek kan aanbrengen?
één been en met mijn ogen toe, maar schilderen is niet altijd evident.
HVC: Wanneer beschouw je iets als ‘af’?
atelier blijft staan, blijft de kans bestaan dat ik er nog iets aan verander,
of dat ik het gedeeltelijk of zelfs in zijn geheel overschilder. Ook al heb ik
het werk al geëxposeerd.
HVC: Vind je dat je goed meedraait in de
kunstwereld?
Dhaese galerie in Gent. Dat kan wel tellen.
KVH: Inderdaad, maar ik heb nog niet het gevoel dat ik al
genoeg meedraai. (knipoogt) Maar ik wil boven al ook het gevoel hebben dat ik
constant aan het groeien ben. Niet alleen in mijn carrière, maar vooral als
kunstenaar.
en veel kunstenaarsvriendjes heeft?
niet te veel. Ik zit liever in mijn atelier. En mijn kunstenaarsvriendjes zijn
pas de laatste twee jaar ten tonele verschenen. Dat komt ook omdat ik niet
afgestudeerd ben als kunstenaar. Ik heb geen netwerk meegekregen.
HVC: Juist, je hebt architectuurstudies
achter de rug als ik mij niet vergis?
ik werk nu ook parttime op een architectenbureau. Dat heeft het voordeel dat ik
het financiële in mijn atelier volledig achterwege kan laten. Ik kan mij
focussen op mijn goesting doen. Het nadeel is natuurlijk, dat je dan minder
tijd hebt om in je atelier te werken.
installaties?
tekening en die breid ik dan uit in de ruimte. Voor Tumult heb ik bijvoorbeeld
een heel groot schilderij gemaakt van zes meter lang en dat heb ik getoond op
een houten billboard-constructie. Daardoor werd het schilderij een object. Dat
object heb ik dan zo gepositioneerd dat het vooral van buitenaf te zien was en
minder van binnen. Dus binnen waar de tentoonstelling was, heb ik de nadruk
gelegd op de constructie en niet op het schilderij.
praktisch alle klassieke meesters en natuurlijk ook Francis Bacon. Ooit zei er
mij iemand dat je als kunstenaar altijd een paar slagen krijgt in je leven. Die
doen je dan ronddraaien en zetten je op wonderbaarlijke manier met je neus in
de goede richting. Mijn eerste slag was toen ik zestien jaar was en naar een
tentoonstelling ging kijken van Francis Bacon in Centre Pompidou in Parijs.
Daar heb ik beslist schilder te worden.
‘Collapse’, waarin ex-CIA’er Michael Ruppert – hij heeft ondertussen zelfmoord
gepleegd – ons heel helder uitlegt hoe de wereld op maatschappelijk vlak in
elkaar zal stuiken. Het beangstigende is dat die docu-film al een paar jaar oud
is en enkele gebeurtenissen (zoals de Arabische lente) gewoon voorspeld heeft.
Ik was er echt niet goed van. Dat heeft mij doen afvragen, waar we als mens in
godsnaam mee bezig zijn. Zeker een aanrader, al is het geen feel good film.
HVC: En jouw derde slag? (knipoogt)
vermoed dat er nog wel zullen komen. (lacht.)
HVC: Stel: ik kom over tien jaar terug,
hoop je dan dat je nog altijd hetzelfde aan het doen bent?
(grijnst)
HVC: Wanneer vertrek je bevredigd uit jouw
atelier?
gevoel heb dat het aan het goed komen is.
HVC: Je ziet schilderen écht niet als een
opoffering hè?
HVC: Misschien moet ik maar gaan schilderen
in plaats van hele dagen interviews uittypen en redigeren! (knipoogt)
Hilde Van Canneyt, copyright 2014.
Met dank aan croxhapox
tentoon: