INTERVIEW MET KAREN OGER
Interview met kunstenaar/curator Karen Oger n.a.v. de expo BURCHT MALPERTUUS in Tentoonstellingszaal Zwijgershoek te Sint-Niklaas. Nog te bezichtigen tot zondag 23 oktober 23.
Hilde Van Canneyt (HVC) Beste Karen, wanneer besefte je: ‘Ik ben kunstenaar’?
Karen Oger (KO) Dat wist ik als kind al. We waren op vakantie en belandden op zo’n typisch zuiders kunstmarktje. Ik geraakte met een van die kunstenaars in gesprek die me vlakaf zei: ‘Jij bent een kunstenaar!’, en ik kon alleen maar denken: ‘Je hebt gelijk!’. Zo is dat altijd gebleven. Mijn man zijn passie lag ergens anders. Zo zijn we twee horecazaken gestart, waardoor ik lang het creëren onderdrukte. Daarnaast kregen we vier kinderen, het was pittig genoeg!
HVC: Welke opleiding genoot je?
KO Ik koos voor Toegepaste Grafiek. Zo proefde ik zowel van Grafische Vormgeving als van Vrije Grafiek. Mijn ouders lieten me vrij, maar de Toegepaste Kunsten vond ik te beperkend. Al had ik in het laatste jaar voor mezelf bepaald dat ik geen advies meer wilde van mijn docenten en gewoonweg resoluut mijn eigen ding wilde doen.
HVC Na je studie begon je te werken als persfotograaf. Hoe verliep die carrière?
KO Destijds was persfotografie een beschermd beroep. Je kon geen zelfstandige worden als je dat diploma niet had. Dus volgde ik de studie fotografie. Ik moest wachten tot ik mijn diploma had om als zelfstandige te mogen beginnen. Werken als persfotograaf was leerrijk, boeiend en afwisselend. Het hoogtepunt was een reportage in 1999 in Albanië over de vluchtelingen-crisis tijdens de oorlog in Joegoslavië.
HVC Je grootvader was Marcel Oger – schuilnaam Mark Liebrecht – die vijftig jaar geleden regisseur was van het Reynaert-massaspel op de Grote Markt van Sint-Niklaas. Is het nooit in u opgekomen om een sprong in de theaterwereld te wagen?
KO Op een bepaald moment overwoog ik om een toegangsproef bij Herman Teirlinck af te leggen. Maar door mijn werk met mijn maskers, blijven die raakvlakken sowieso bestaan.
HVC Kan ik het zo uitdrukken dat je oeuvre vierledig is?
KO Het zit zo: uit tijdgebrek, heb ik eerst een verhaal geschreven. Mijn vader was filosoof, een boeiend iemand, maar een gewoon gesprek konden wij niet voeren. Ik schreef het op één nacht en ik vroeg hem om me te helpen om het te verbeteren. Samen werkten we er twee jaar aan. Maar toen ik hem vroeg of hij het een goed verhaal vond, kon hij daar geen antwoord op geven.
Op een dag werd ik uitgenodigd om mee te doen met een tentoonstelling in Boechout onder het thema ‘Erotic’. Zo deed ik een zoektocht naar erotiek in mijn eigen dorp en gaandeweg sloeg mijn fantasie op hol. (lacht) Als illustraties maakte ik foto’s van naakten.
HVC: Hoe kwam de integratie van maskers in je werk?
KO Ik begon na te denken waarom ik mensen hun gezicht niet graag fotografeerde. Misschien omdat je dan in iemands ogen kijkt, je uit de blik te veel kan afleiden en je te veel het verhaal van die persoon vertelt? Dat wilde ik niet. Ik wil mijn eigen stuk vertellen en gebruik daarom figuranten als acteurs in mijn kroniek. Dat is voor mij toch de link met toneel.
HVC Je creëerde ook een werk met hoogbejaarden…
KO Zo maakte ik in het M HKA een foto met zeven hulpbehoevende hoogbejaarden. Deze had ik een ravenmasker opgezet en laten poseren bij een jonge naakte vrouw. De foto liet ik afdrukken op grote panelen. Het gezicht van de jonge vrouw is hier verwijderd en in de plaats daarvan is er een open ruimte. De toeschouwer kan zijn hoofd door de opening steken en wordt zo een onderdeel van het werk. Wanneer hij zich zo laat fotograferen, neemt hij het kunstwerk in zekere zin mee naar huis en leidt het een tweede leven leiden tijdens familie- of vriendenbijeenkomsten. De foto verwees naar de naakten uit de kunstgeschiedenis. Voor mij betekende dit werk ook dat ik me heel veel vragen over het leven – alsook de dood – stel. Het is terug een verwijzing naar het theater.
HVC Kan je me vertellen over hoe je (inleg)puzzel tot stand kwam?
KO Op een gegeven moment maakte ik een grote inlegpuzzel, denk aan de kinderpuzzels met dieren van de boerderij. Achter de inlegstukken verborg ik grafische werken, die inhoudelijk veel interessanter waren dan wat je op het eerste zicht ziet. Op de hoek van de puzzel plaatste ik een driehoek, die verwijst naar het merk Ravensburger. Op deze manier stel ik het werk in vraag; blijft dit werk een stuk speelgoed of slaag ik er in, samen met het inhoudelijke, dit te overstijgen? Door dit blauwe grafische element steeds opnieuw te gebruiken in volgende installaties, behoud ik het speelse element, dit om de niet zo vrolijke boodschap die ik vertel, verteerbaar te houden.
HVC En toen begon je op het strand de kleur ‘blauw’ te fotograferen…
KO Ik merkte dat er vooral veel blauw afval was. Wat ik fotografeerde, was niet zo’n vrolijk verhaal. Het gaat over de mens en zijn hebberigheid, want hij wil altijd meer dan hij nodig heeft: de mens met zijn kleine kantjes. Hij is ook lui, want hij werpt alles op de grond. Die overdaad komt dan in de rivieren terecht, en zo in de zee. Meestal volgen er danenkele winderige dagen, waardoor die bedekking van rottend zeewier en plastictroep verdwijnt onder het zijdezachte zand. Wat je op strand vindt zijn de restanten van een consumptiemaatschappij.
HVC Eerst nam je er foto’s van, maar toen besefte je dat je evengoed dat afval kon oprapen…
KO In sommige culturen zeggen ze weleens dat als je een foto van iets neemt, je ook de ziel wegneemt. Ik begon het afval dus mee te nemen om er een installatie van een groeiende blauwe afvalberg mee te creëren. Aan elk stuk afval dat je opraapt, is een verhaal verbonden. De puinhoop die ik creëer, is een berg van verhalen.
In eerste instantie geeft het een gelukkig gevoel wanneer je een stukje plastic vindt dat een bepaalde patine heeft door inwerking van de zee, het zand en de zon. Dat voelt aangenaam tussen de vingers en doet me ook denken aan mijn kindertijd. Toen ik het puin mee begon te nemen, dacht ik: ‘Wanneer ik hiermee een puinhoop creëer zit ik niet vast aan een vorm en kan ik er steeds nieuw afval blijven opgooien’. En omdat de mens niet zo snel zal veranderen, zal ik moeten blijven rapen. Dat is an sich een belangrijk element, omdat ik volledig geconcentreerd kan nadenken over waar ik mee bezig ben. Ik ben ook ver weg van alles en iedereen. Op verre afstand kijk ik als het ware naar een maatschappij, waar ik op dat moment geen deel van uitmaak: ik ben niet aan het consumeren, niet aan het produceren, ik raap het gewoon allemaal terug op.
Wat ik op het strand doe, zie ik ook als een performance zonder toeschouwers. Al spotten mensen mij natuurlijk vanuit hun appartementen. Zij denken waarschijnlijk: wie is die zottin die altijd op dat strand tjolt? (lacht) Maar ik vind het fijn om consequent koppig verder te doen. Zo leg ik de link naar Reinaert de Vos, omdat dit ook over de mens met zijn kleine kantjes gaat.
HVC Wil je ons een spiegel voorhouden?
KO Het is een spiegel voorhouden zonder te willen moraliseren. Ik heb een somber negatief beeld over de mens, misschien kijk ik té veel naar zijn afval! (lacht)
HVC Interessant…
KO Ook het niet-blauwe afval trok mijn aandacht. Ik begon deze tot platen te bewerken, waarmee ik dan volumes creëer.
Zelfs wanneer je een installatie bouwt met volumes, hoef je niet vast te zitten aan een bepaalde vorm en moet het werk nooit af zijn. Er kunnen steeds kubussen of balken bijgeplaatst worden, waardoor de vorm en het volume steeds verandert. Zo blijft het idee van een puinhoop overeind.
Op een bepaald moment begon ik vertrekkende van die kubussen draden te spannen met blauwe visdraad die ik op het strand vond. Deze maakte ik vast aan de voorkant van de volumes. Ik bracht ze allemaal naar het vluchtpunt, van waaruit ik het werk plaatste. Als je alle draden visueel laat samenkomen met de riffen van die volumes, kan je die draden op ooghoogte op een punt monteren. Doe je dat met een andere kubus ook, kom je op het vluchtpunt, zoals bij fotografie. Door dit te doen, toon ik aan: het werk is niet af, het loopt ergens naartoe, het stopt niet bij dit ene volume want ik kan blijven bouwen. Maar dit alles wel met de boodschap: bekijk het eens vanuit mijn perspectief, probeer eens in te schatten wat ik ermee heb bedoeld.
HVC Je oeuvre is eveneens bekend om je werk op krantenfoto’s met witte dierenmaskers.
KO Net zoals in de mens zijn afval, vind je de reynaerdiaanse intriges eindeloos terug in de verhalen die we elke dag in onze kranten lezen. Deze gaan vooral over jaloezie, luiheid en machtswellust. De mens is in al die eeuwen niet veranderd. Een koning blijft ook immer een koning, vandaar dat hij altijd een leeuw kan zijn.
Ik zoek sowieso foto’s uit die me triggeren. De witgeschilderde dierenmaskers verwijzen naar de personages uit het verhaal van Reinaert de Vos. De mens is na al die eeuwen niet veranderd, waardoor het middeleeuws verhaal nog altijd actueel is. Wanneer ik consequent de gezichten van de hoofdrolspelers overschilder, hou ik uiteindelijk de beer, de leeuw, de haan, de vos, enzomeer over. De beer is vaak de gulzigaard en de pineut, de leeuw is uit op macht, de vos is uiteraard de sluwe manipulator… Het zal je niet verwonderen, maar ook deze installatie zal helaas nooit af zijn.
HVC Uw vader kreeg meestal de rol van een haas.
KO Dat klopt.
HVC Op zich is een foto uit een ‘gazet’ meestal klein van formaat.
KO Ik toon het volledige krantenblad en hang ze allemaal tesamen op. Zowel de kranten als de blauwe berg zijn telkens een groeiende installatie.
HVC Heb je structuur in het opbouwen van je kunstdagen?
KO Ik ben een grote chaoot, ik ben in mijn hoofd altijd aan het opruimen en orde aan het scheppen. Het is contradictorisch, want ik sleur letterlijk meer rommel binnen, waarvan ik dan nog de kleuren moet sorteren.
HVC Zoals een schilder die bijna zijn kleuren bijeen zoekt? Heb je voorbeelden van kunstenaars die je inspireren?
KO Net zoals ik beïnvloed ben door mijn grootvader, zal ook ik door bepaalde kunstenaars getriggerd zijn. Denk aan Ensor: een kunstenaar die zijn eigen fantastische wereld creëerde. Escher zal daar ook wel ergens tussen zitten. Ik hou wel van het bevreemdende, iets dat op het eerste gezicht klopt, maar als je dichter komt, je ongemakkelijk maakt. Een kunstenaar die me fascineert is Thierry de Cordier. De Vogel is een iconisch kunstwerk dat ik graag in de tentoonstelling Burcht Malpertuus had willen opnemen. Het werk van Thierry De Cordier is heel filosofisch. Hij is net zoals mijn vader streng, kritisch en perfectionistisch. Iemand aan wie ik graag wil vragen: ‘En wat denk je; is het nu al interessant genoeg of blijven het toch maar een gadgets?’
HVC Je nam deel aan de expo Cargo Cult van curatoren Sofie Crabbé en Willem Vermoere, in Onststeking te Gent. We zagen je vorig jaar in de groepsexpo Rook/Berookt in het Tabacsmuseum van Wervik, alsook op de expo Ja en Nee in Oostenduinkerke. Ook werd je uitgenodigd voor Ulterieur 22 in Kortrijk, met curator Petrus Plakon van Avée Gallery in de O.L.-Vrouwestraat in Kortrijk. Ik zag je werk in Broeltoren Noord.
KO Elke tentoonstelling komt er een (afval)volume bij. Maar ik wil niet dat toeschouwers denken: ‘Daar stààt ‘het’ weer.’, terwijl er gewoon wel elke keer eentje bijkomt! Zo wordt de impact altijd groter. Hoe harder ik mijn best doe, hoe meer aandacht en ruimte ik opeis. Een heel eenvoudig principes waar ik graag gebruik van maak. Vaak zoeken kunstenaars het wat verder, maar dat doe ik niet; het voor de hand liggende is soms moeilijker te vinden dan het vergezochte.
HVC In de context van het Reinaert-jaar in Sint-Niklaas, stel je vijftig jaar na datum een tentoonstelling samen over de Vos Reynaert. Hoe is deze expo tot stand gekomen?
KO Zoals ik al zei, we willen meer dan we nodig hebben en zijn lui, waardoor we argeloos weggooien wat we te veel hebben. Via de rivieren komt deze overdaad in zee terecht, om na een zware storm door haar te worden uitgespuwd. Door te graven naar deze laag, komen die verhalen van hebzucht, jaloezie en machtswellust terug bloot te liggen. Zo leg ik de link naar het hol van de vos Reynaert. De vos is sluw en probeert naïevelingen te manipuleren en mee in zijn hol te krijgen, tegelijkertijd zijn er andere dieren waarmee hij complotten smeedt. Vandaar dat ik andere kunstenaars vroeg: wie daalt er mee af in Burcht Malpertuus? Ik speurde specifiek naar kunstenaars wier werk iets theatraals, dierlijks, rauw – zelfs kwetsbaar hebben en zo een belangrijke toevoeging betekenen voor de expo.
HVC Ben jij de raaf?
KO Ik denk het. (knipoogt) De raaf speelt al lang een belangrijke rol in mijn werk. Hij is de curieuzeneus die nieuwsgierig kijkt naar kunst, het leven en de mens.
HVC Je bent in de zoektocht naar kunstenaars niet alleen in België gebleven.
KO Kunstenaar Joseph Beuys trok naar Amerika om zich in een galerie samen met een coyote in een kooi op te laten sluiten. Voor de inheemse bevolking is de coyote wat voor ons een vos is: een sluw dier dat symbool staat voor de archetypische bedrieger. Het is interessant dat een Duitse kunstenaar dit dier in Amerika gaat opzoeken. Zo wil ik het universele karakter van het vossenepos aantonen.
HVC Was het oorspronkelijk geen Frans verhaal over ‘le renard?’
KO Het in het Middelnederlands geschreven dierenepos zou zijn neergepend door een monnik uit onze contreien. Het verhaal is gebaseerd op Franse vossenverhalen, zoals Le Roman de Renart. De wortels van deze verhalen reiken tot in de klassieke oudheid.
HVC Je koos zestien kunstenaars om de expo vorm te geven. Dat zijn er best veel. Op basis van welke graadmeters maakte je deze selectie?
KO Kunst in het hol van de vos is theatraal, rauw, satirisch, kwetsbaar, dierlijk,… Op basis van deze criteria koos ik hen uit. Het is een mix geworden van bekende en minder bekende kunstenaars en een mengelmoes van verschillende leeftijden. Die dialoog vind ik interessant.
HVC Zal er onderhuidse (cynische) humor in de tentoonstelling zitten?
KO Niet dat het er bovenop ligt. Kunstenaars Jadot & Barbier creëren een subtiele installatie. Ik vertel nog niet wat, maar de kleine kantjes van de mens zullen onder de loep worden genomen. (knipoogt) Met zijn in lagen opgebouwde landschappen nodigt Hans Lemmen de toeschouwer uit om te graven naar het verhaal. En bevinden we ons met de tekeningen van Benny Luyckx boven of onder de grond? De zwarte holtes zuigen onze blik op, maar geven hun geheimen niet prijs… Marius Ritiu maakt massieve rotsachtige installaties; een op rijkdom beluste koning waardig! Simon Masschelein werkt met steen, hout en ijzer. In combinatie met de vaak kolossale afmetingen, hebben ook deze de theatraliteit die ik zoek.
Kunstenaar Jan Van Imschoot is opgegroeid tegenover het bos De dode Moer in Beervelde. Het is daar dat Malpertuus, de Burcht van Reynaert, wordt gesitueerd. Dwalend door dit bos tijdens zijn kindertijd, kwam hij hem tegen en is hij meegelokt in diens hol. Zo sprokkelt en bricoleert Kasper De Vos eveneens met de dingen die hij op zijn weg vindt. Jim Jilborn maakt in zijn installaties gebruik van pek. Dit traag druipend goedje is zwarter dan zwart! Verraadt deze materiaalkeuze zijn ondoorgrondelijke aard? Al gravend stoot ik zelf vaak op oude-half-versmolten plastic voorwerpen die hun verhalen niet zomaar prijsgeven. Toen ik recent een werk van kunstenaar Leyla Aydoslu zag, deed dit mij denken aan één van die schatten die ik dagelijks opgraaf.
HVC Je houdt ervan het Reynaertverhaal in een hedendaags (relevant) jasje te steken.
KO Els Dietvorst maakte ooit een reeks skulls naar aanleiding van de oorlog in Joegoslavië. Ondertussen zijn we twintig jaar verder en is het werk helaas nog altijd relevant, actueel en universeel. De ontheemde figuren op de foto’s van Veronika Pot confronteren ons met de illusie van het beloofde land. Zo kader ik iedereen binnen dat concept en is er telkens een andere benadering. De chaos waarmee Ian de Weerdt ons confronteert met zijn installaties, is deze nog wel te ordenen? Of zo laat totaalkunstenaar Adriaan Rees tijdens performances het beest in zich naar boven komen. Het resultaat is een vreemd schouwspel van dansende en schilderende hazen. En de opzwepende performance die ik van Myrthe van der Mark zag, sleurde mij mee in een wilde dans die ons doet vergeten wat te hard snijdt. En Cyndi Morlion toont ons een klein werkje dat in schril contrast staat met al dat rauwe, theatrale en brute geweld van de andere kunstenaars. Misschien biedt het wat troost en hoop?
HVC Een ganse boterham, maar wel een boeiende.
KO Ik ben an sich een kunstenaar, geen curator. Bijgevolg benader ik de tentoonstelling ook anders. Mijn eigen werk is nooit helemaal klaar en ik denk dat dit concept ook niet ‘af’ zal zijn. Ik wil ruimte laten voor de inbreng van al die kunstenaars. Het is de bedoeling dat het een expo wordt die kan evolueren. Ik hoop dat er een fijne dynamiek komt met plaats voor het onverwachte.
HVC Ik kijk ernaar uit om af te dalen in dit oord van verderf, Karen!
Hilde Van Canneyt 23
De tentoonstelling Burcht Malpertuus in Sint-Niklaas loopt nog tot 22 oktober 23. Met kunstenaars: Marius Ritiu – Ian De Weerdt – Simon Masschelein – Els Dietvorst – Jadot & Barbier – Veronika Pot – Jan Van Imschoot – Cindy Morlion – Myrthe van der Mark – Hans Lemmen – Benny Luyckx – Karen Oger – Leyla Aydoslu – Jim Jilborn – Adriaan Rees – Kasper De Vos- Joseph Beuys
https://www.ccsint-niklaas.be/expo
*volgend interview Chris Meulemans/Simon Van Parys /Allie van Altena
Één reactie op “Interview met Karen Oger”
Boeiend verhaal. Karen als studente gehad op St Lucas in Antwerpen. Teruggezien op de tentoonstelling “ROOK” in Wervik.