Categorieën
Geen categorie

Interview met Charif Benhelima

Interview met Charif Benhelima °(1967)

Interview naar aanleiding van Triënnale Kortrijk, nog tot 6 oktober in, jawel, Kortrijk. U kon het interview ook lezen in als bijlage in De Standaard. After Paradise: spoed U.

Hilde Van Canneyt  (HVC)  Beste Charif, uit je jeugd heb je weinig tastbaar fotoarchief, wellicht evident dat je al vlug geboeid was door fotografie. 

Charif Benhelima  (CB)  Toen ik drie jaar was, werd mijn vader het land uitgezet, mijn moeder stierf toen ik acht was. Als kind, als je je moeder verliest, verlies je alles. Daarna ging het van instelling naar pleeggezin en zo verder. Dat betekent dat ik wel een grote invulling geef aan wat ‘omgeving’ is. Tegelijkertijd was ik als kind heel stil, keek veel rond, maar ik kon niet goed lezen. Dat schijnt zo te zijn wanneer je als kind vaak van plaats verandert. Voor het gedwongen vertrek van mijn vader werd ik tot mijn drie jaar in het Frans opgevoed, ik heb nooit goed beseft wie of hoe hij was. Daarna verhuisden we naar West-Vlaanderen, mijn moeder was immers een Vlaamse, we spraken Nederlands. Pas veel later besefte ik dat ik me beter op taal moest focussen. Als we tv keken, moest ik ervoor zorgen dat ik het verhaal kon volgen en lezen via beeld. Vandaar dus fotografie. 

The Allochtoon, 2013

HVC   Zo is al snel je beeld scherp ontwikkeld. Je jeugd was nogal en én: je had Marokkaanse roots en werd snel een weeskind.

CB  Eens in een vervanggezin word je geconfronteerd met het feit dat je innerlijk en uiterlijk anders bent. Terwijl ik dat ervoor nooit had, als kind werd ik daar nooit mee geconfronteerd, want ‘ons’ moeder was gewoon Francine… Dat was allemaal normaal, maar plots deden mensen daar raar over. Voor mij wordt een identiteit deels gevormd door hoe de anderen over je denken, want de positie verandert, zeker als je jong bent.

Welcome to Belgium (1990-1995)

HVC   Vandaar zowel je sterke oog en doorgedrevenheid, alsook je bredere visie. Laten we overgaan naar dat eerste boek met ‘klassiekere’ documentaire zwart-wit foto’s:  Welcome to Belgium, een reeks die je/het leven tussen 1990 en 1999 beslaat en met een kleinbeeldcamera werd vastgelegd. 

CB   In 1990 startte ik met fotografie in Sint-Lucas Brussel. Opgegroeid gedurende de jaren 70 en 80 als een van de weinige kind-Marokkanen in West-Vlaanderen. Ik kende het ‘hoe mensen over ons dachten’, alleen maar ‘van horen zeggen’. Totdat ik in Brussel arriveerde, waar ik wél geconfronteerd werd met een hele grote groep mensen die veel gemeenschappelijk hadden met mij, denk aan naam. Ik dacht: ‘Wie ben ik ?’ Dat is een deel van het boek. Een tweede deel gaat over het document dat in 1964 door de belgische overheid naar Arabische landen werd gestuurd met de vraag om in de mijnen te komen werken: Welcome to Belgium. Ik ben ervan uitgegaan dat mijn vader daar ook deel van uitmaakte. Welke beloften werden er destijds gemaakt? Het conflict vanaf de jaren 90 onstond, alsook de negatieve spiraal over die gemeenschap, bleef maar aanslepen. Want daarvoor was er werk, was er invulling: wat die mensen hier aan het doen waren, was werken in de mijn. Werk dat mensen van hier niet wilden doen. Maar gedurende de jaren 80 werden ze één voor één gesloten. Er onstond gigantische probleem.  Dus ja, je positioneert je in iets, met buitenstaanders die iets gemeenschappelijk hebben met mij.

Harlem on my mind (1999)

HVC  Uit je driejarig verblijf in New York, ontsproot uit je polaroidcamera, Harlem On My Mind. Vooral de zwarte bevolking – die het zwaar te verduren kreeg – poseerde voor je lens. Je camera plakte als het ware 24/24 op je lichaam.  Nog een andere reeks die eruit rees, was Semites, die we in BE-Part te zien kregen. Je kwam te weten dat je naast Arabische, ook Joodse roots had. Het werd nog ingewikkelder. 

CB  Het werd ruimer. En ingewikkeld omdat je het niet begreep. Toen ik in New York arriveerde, kreeg ik een spiegel voorgeschoteld over mijn eigen situatie, vanuit een gemeenschap waar mensen al langer gediscrimineerd werd. Het Harlem On My Mind plus I was, I am.  Ik heb daar veel gemeenschappelijk mee.  Ik ben er tevens te weten gekomen dat zowel mijn familienaam een Joodse als Sefardische betekenis had – Sefardsich zijn Arabische Joden wier voorouders in Spanje en Portugal leefden, en dat is de achtergrond van mijn vader. Toen ik erachter kwam dat ik zowel een Arabische als Joodse achtergrond had, maakte dat een grote indruk op mij. 

Semites (2003-2005)

HVC  Je beseft daar des te meer: België is eigenlijk mijn thuis. 

CB   Daar besefte ik dat ik Belg was. Dat er een cultuurverschil is en dat je cultuur meer afhankelijk is van hoe je bent opgegroeid en wat je omgeving betekent, dan wat je naam is. Ook later, toen ik naar Marokko trok en voor de eerste keer mijn familie ontmoette, besefte ik des te meer dat ik ook daar ‘een vreemde eend in de bijt was’. 

HVC  Dit mondde uit in een reeks polaroids met een lichtwaas over de gezichten: jouw realiteit toen, die je zelf ooit fake documentary work noemde. Je zit sowieso graag tegen die regels van de fotografie te schoppen, ook latere reeksen waren overbelicht, wazig, etc. Ook het less is more principe is je niet vreemd. Je beelden zijn super gelaagd, alsof je maar blijft zoeken. Ze zijn ook relatief tijdloos, verleden en heden gaan hand in hand. Omdat je al heel je leven alles hebt moeten uitvissen? Laat je misschien daarom de kijker graag sprokkelen?

CB   Het gaat niet over een zoektocht. Ik vertel een verhaal. Dat heeft meestal een logica. En hoe waarheidsgetrouwer een verhaal wordt verteld, hoe logischer het is. Ik heb een wetenschappelijke opleiding gehad. Van in het begin, stap voor stap, is het een opbouw, een kleine verderzetting van een persoonlijke wandeling. Zoals je een boek leest, zit daar ook een structuur in. Je kunt daar moeilijk ad random stukjes uit lezen. Als je mijn werk leest, moet je mee zijn van in het begin. Als je een boek leest van Dostojevski, begin je vanaf de eerste pagina te lezen en bouw je op tot het einde.  Dat is een logische verderzetting. 

HVC   Als je de achtergrond van je (leven en) praktijk niet kent of het begin mist en je pikt halverwege zomaar iets uit je werk, kan dat uiteraard onbegrijpelijk overkomen …

CB   Dat is mijn probleem niet. Ik vertaal als een architect. Je kan een gebouw zien van binnenuit, van buitenaf of op een plan. Ik kijk naar één iets vanuit verschillende soorten perspectieven. Een volbracht verhaal, met verschillende hoofdstukken. Mijn einde van een hoofdstuk is altijd een nieuw begin.

Welcome to Belgium

HVC  De reeksen zijn geen ongoing projects?

CB   Het is een verderzetting. Ieder einde is een opportuniteit om opnieuw te starten. Mijn eerste boek is gebaseerd op de ideeën van Hannah Arendt. De meeste filosofen leggen het accent op ‘het einde’, op de dood. Zij start vanaf de geboorte, ‘het begin’. Voor haar is dat een nieuwe kans; hoop en   vrijheid. Dat is herstarten. Mijn boek Welcome to Belgium gaat daarover, het boek eindigt met de geboorte van een kind, het nieuwe, hoop. Het is een cyclus. Eigenlijk gaat de Kortrijkse uitnodiging van After Paradise daar ook over. Mijn accent ligt op de mogelijkheid of de opportuniteit om opnieuw te starten. 

HVC  De bijtitel After Paradise van Triënnale Kortrijk 2024 gaat ook over self empowerment als mens en kunstenaar: verantwoordelijkheid nemen in deze niet altijd zuivere, wars van ethische normen en op geld beluste maatschappij. Los van het inhoudelijke willen de curatoren de rijke Kortrijkse geschiedenis en het pas geopende vernieuwde historisch hart van Kortrijk tonen, en nieuw aangelegde delen. Verwacht je aan confronterende alsook hoopgevende interactieve kunst.  Hoe is het voor jou om die stad nu met andere ogen te zien? 

CB   Ik werkte al vaker samen met een van de curatoren, Patrick Ronse. Ondermeer in BE-Part en voor Beaufort. Hij kent mijn werk en mijn filosofie erachter heel goed. Mijn nieuw werk gaat over de mogelijkheid om opnieuw te starten. Het geeft me de speelruimte om het thema identiteit waar ik altijd mee bezig ben, telkens op een andere manier opnieuw in te vullen. Een deel van dit werk toonde ik al in het museum van Hedendaagse Kunst in Boedapest. Morning Light is eigenlijk het licht voordat de zon opkomt. Om het poëtisch uit te drukken: Het moment waarop Dracula denkt: ‘Ik moet hier zo rap mogelijk weg of anders verbrand ik.’ (lacht)  Dat licht is eigenlijk het licht van de verwachting. Denk aan Hannah Arendt. Het einde van de nacht, het begin van de dag: hoop, daar gaat mijn werk over. Meer ga ik daar niet over zeggen.

Ubiquitas (2014-2017)

HVC  Je zal je werk brengen in een van de twee Broeltorens, hét duobeeld van Kortrijk. Ik vind dat het daar inhoudelijk en visueel goed in past: een letterlijke en figuurlijke geschiedenis. Trappen naar boven en daarna een uitzicht geven over Kortrijk. Het zijn geen afgewerkte producten, de kijker moet heel wat zelf invullen.

CB   Ik ben iemand die heel lang werkt op thema’s. De manier waarop ik dat vormgeef kan jaren duren. Bijvoorbeeld van Polaroid naar cibachrome, processen die belangrijk zijn om tot een uiteindelijk eindresultaat te komen. Jullie zullen een collage zien in een breedvoerige sequentie, een ‘lang’ idee van verschillende soorten beelden achter elkaar die een suggestie geven van wat een dag kan zijn. 

HVC  Elke foto zit ingebed in een groter geheel. We krijgen (onafgewerkte)  fragmenten te zien. Maar ook het zicht en het geheugen is fragmentarisch. De kijker heeft context nodig, anderzijds zullen tig bezoekers onbevangen een kijkje gaan nemen ‘want de broeltorens zijn open’. 

CB  Dat iemand een werk ziet dat hij niet noodzakelijk kan invullen, is niet erg. Anders leest het als een Agatha Christie: na het lezen kan je het onmiddellijk in de prullenbak smijten. Wat is eigenlijk een kunstwerk? Dat is iets dat altijd blijft communiceren. Dat je op iedere periode in je leven opnieuw kan lezen. Met een nieuwe blik. Daar gaat mijn werk over. Moet je de context van het verleden kennen? Als je dieper in mijn werk wilt gaan, heb je dat wel nodig. Maar als je dat hoofdstuk kunt lezen en zeggen: het spreekt me aan. Vanwaar komt dat? Wat betekent dat? Wel, dat is de vrijheid van de kijker. 

HVC  In je titels kunnen mensen ook geen ondertoon vinden. Integendeel. Morning Light is bijna een poëtische titel. Aan muzikanten die op grote festivals spelen, vragen ze weleens: ‘Bij welke artiest was je het meeste trots dat je er de affiche mee mocht delen?’ Hoe zit dat bij jou?

CB   Ik ken de meeste kunstenaars. En ik vind het mooi dat er een jonge generatie in zit. Bijvoorbeeld Shirley Villavicencio Pizango of Kasper Bosmans. Daarnaast heb je de hele grote: Roni Horn, Félix Gonzales-Torres, Mark Manders en René Heyvaert. 

HVC  Ze hebben voor de Triënnale Kortrijk niet uitgepakt met Gefundenes Fressen. Je moet bijna ‘in de kunst zitten’ om de namen van kunstenaars te (her)kennen. Wat ik positief vind. Het is kwaliteit. Het zijn geen kunstjes.

Welke eigenschap waardeer jij zelf het meest in andere kunstenaars?

CB   Wat ik respecteer bij andere kunstenaars en waar ik zelf heel erg voor sta, is een volledig engagement naar het werk toe. Voor mij gaat het alleen over mijn werk, ik maak weinig compromissen. Het engagement in je eigen werk en de eerlijkheid daarin vind ik heel belangrijk. En of je daar nu veel of weinig succes mee hebt, doet er niet toe. Zolang dat maar een bijdrage doet naar een bepaalde generatie toe. Denk aan René Heyvaert, of recenter, Nico Dockx. 

HVC   Je bent erg goed omringd daar in die Zuid-West-Vlaamse schone! Zijn er eigenschappen of dingen die jouw praktijk zouden vergemakkelijken? 

CB  Er wordt te vaak van ons verwacht dat we alles moeten uitleggen en wel meteen. Ik stap daar meer en meer vanaf, je moet de toeschouwer de nodige tijd geven om het werk binnen te laten dringen. Je moet het niet direct mooi vinden maar als het je aanzet om wat dieper te graven, is dat mooi. Je hoeft niet direct te zeggen wat je ervan vindt, laat het maar even  bezinken. We moeten niet altijd onmiddellijk verantwoorden. Dit is geen publiciteit, wel cultuur, wat tijd nodig heeft. Als je onmiddellijk vertelt over wat het gaat, begin je onzinnige dingen te vertellen. 

HVC  Wat apprecieer je in het kunstenaarschap van je collega’s?

CB   Als jonge kunstenaar heb ik misschien te weinig genoten van het moment. Ik was al te veel bezig met het volgende dat kwam. Van de ene lopende tentoonstelling naar de andere ben je nooit gelukkig. Een goede kunstenaar levert een kleine bijdrage aan een patrimonium en representeert altijd zijn eigen generatie. Hoe kijk jij naar werk uit de jaren 30? Of uit de middeleeuwen? Of naar Andy Warhol? Je ziet meteen welke periode dit is. Dit is voor mij een belangrijke parameter. De representatie van de tijd.

HVC  Dank voor het interessante gesprek, Charif

Black out (2005 – )

https://triennalekortrijk.be/

http://www.benhelima.com/

hildevancanneyt.be

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *