Categorieën
Interview Spots

Interview met René Korten

New book out: Hide Your Backbone is een tweetalig hardcover boek van 176 pagina’s. Het bevat naast vele afbeeldingen teksten van kunstjournalist Hilde Van Canneyt (BE), museumdirecteur Frank-Thorsten Moll (DE), publicist en kunsthistoricus Rick Vercauteren (NL) en een gedichtencyclus van Frans Budé (NL). Het is vormgegeven door Mark van den Eijnden, Van den Eijnden – ontwerp. Ondersteund door Het Cultuurfonds, Jaap Harten Fonds en Mondriaan Fonds. Boekvoorstelling 14 november in De Pont, Tilburg. 

Tilburg, lente 2024, een ontmoeting in het atelier van René Korten. 

HVC  (Hilde Van Canneyt) Beste René, we zijn hier niet in een kersvers, maar toch nog fris en fruitig atelier met de geur van vers geschilderde witte wanden. Ik vermoed dat het na dertig jaar niet simpel was om uw oude vertrouwde atelier te verlaten. Een atelier is meestal een tweede (t)huis dat dienstdoet als cocon en veilige haven. Volgens mij was het meer dan ‘inpakken, wegwezen en klaar is kees’. Van oud naar nieuw: ik vermoed dat dit niet van een leien dakje liep. 

RK  (René Korten) Het klopt helemaal wat je zegt. Ik moest eruit omdat het pand gesloopt werd. Ik had de luxe dat het een groot atelier was. Mijn atelier nu is veel compacter. Dat dit gevolgen zou hebben, wist ik van tevoren. Daarom zit mijn oude werk nu in een andere opslag en in de kelder van mijn huis.

 HVC  Ik zie hier veel werken staan, zijn dat degene die u hier in het atelier creëerde?

RK  Nee, ik bracht nog een stukje mee. Zo snel werk ik niet. (lacht

HVC  Maakte u meteen een nieuwe reeks nadat u hier met pak en zak arriveerde? 

RV  Toen ik eenmaal wat schroeven in de muur had, had ik de behoefte om werken waarmee ik bezig was of die net af waren, op te hangen om mijn eigen visuele atmosfeer tevoorschijn te toveren. Toen kwam de vraag natuurlijk: ‘Wat ga ik hier maken, hoe ga ik hiermee aan de slag?’ Het heeft best wat moeite gekost om mijn drive en ritme terug te vinden.

HVC  Hebt u een systeem, of is dat volgens het weer, de goesting, een Spartaans ritme? Of moet u zichzelf eerder naar het atelier sleuren? 

RK  Het wisselt. Ik leg mezelf geen Spartaans ritme op in die zin dat ik elke dag absoluut naar het atelier moét. Het gaat in golven. Er moet zich een drive opbouwen, zodat het moment waarop ik handel, geladen is. Dat zie je in mijn werken, dat ik het toeval een rol laat spelen, omdat ik het in bepaalde fases van het schilderij niet precies kan beheersen. Daarvoor moet er een soort noodzaak zijn op het moment dat ik de verf zijn eigen gang laat gaan, anders ontglipt het me. 

HVC  Het ‘voordenken’ neemt bij u meer in beslag dan het effectief op doek brengen. Ook mensen die ‘moeten gaan schrijven’, lopen ervoor onrustig en maken graag dat extra ommetje, al is het eerst die vervelende afwas doen. (lacht) En dan: ten aanval! Als u geen zin hebt, komt u niet?

RK  Nou, ‘geen zin’, vaak word je in beslag genomen door andere dingen. Door een privéleven, maar ook door het lesgeven op de academie en het kunstenaars- en tentoonstellingsplatform PARK waaraan ik verbonden ben. Twaalf jaar geleden begon ik met Michael de Kok en Reinoud van Vught de blog Nothing But Good. Al hebben zij het een beetje laten verwateren (knipoogt), dus ik doe het al vele jaren in mijn eentje. Maar ik beweeg vrij makkelijk in alles mee.

HVC  In die zin bent u geen ‘autistische’ schilder, geen (asociale) kunstenaar pur sang. U bent niet het type kunstenaar van ‘ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke’. Als u voor anderen een expo opzet, kijkt u eveneens naar hun verhaal, luistert u met hun ogen. Die dynamiek hebt u blijkbaar nodig? 

atelierbeelden
atelierbeelden

RK  Ja, maar ik vind het ook fijn om rust te vinden in mijn atelier en me vooral op het werk te richten. Misschien is de kern dat ik het gelukkigste word als hier een werk tot stand komt, alles in elkaar klikt en ik denk: ‘Wauw, wat is hier gebeurd?’ Hoe verhoudt zich dat tot mijn collega’s, tot de wereld? 

HVC  U leert van anderen, maar op deze plek komt alles samen, hier is het ‘René, die schept’. 

RK  Dat klopt. Ik werkte lang op panelen, harde ondergronden. Pas een drietal jaar geleden maakte ik de overstap naar het klassieke opgespannen doek. Ik schoof dat lang voor me uit, dacht dat dit voor mij niet zou werken, het niet bij mijn methode paste bij wat ik wil in een beeld. Dat bleek helemaal niet waar te zijn.

HVC  Wat was ‘uw methode’? 

RK  Methode is misschien niet het juiste woord, het is de ontmoeting tussen controle en niet-controle; de vrijheid die ik aan het materiaal zelf geef. Het mag zijn eigen weg vinden op de ondergrond en dan breng ik het in relatie met het structurerend deel van mijn geest. Dat is nog geen beeld, maar wanneer wordt het een beeld, wat is daarvoor nodig? Ik zoek telkens de spanning op tussen scherpte en losheid, tussen het toeval en terug de regie oppakken. Dat stromen van die verf liet ik altijd op harde ondergronden gebeuren. Ik vreesde voor gootjes en plasjes als ik op een opgespannen doek zou werken. Je vroeg me daarstraks wat de verhuis teweegbracht. De meest recente zesdelige serie die ik hier creëerde, is net af en geïnspireerd op deze plek. Dit is een bedrijfspand dat is omgebouwd tot een reeks van ateliers. We zitten hier in een woonwijk Het Zand met allemaal  achterkanten van garages, poortjes en verkeerde auto’s. (knipoogt) Wat moest ik hier nou mee? Op een gegeven moment viel me op dat er hier straten zijn met prachtige namen: Hertensprong, Hazenloop, Vossenpad; steeds een dier dat in beweging is. Dat was leidend voor deze serie The Sands. Ik heb het zand –  je ziet dat grijs en geelachtige zandkleuren dominant zijn – op een organische, natuurlijke manier vormgegeven, waarbij de verf ruim mocht vloeien. Ik voegde er banen aan toe, een soort geasfalteerde natuur, wat de zaak structureert en cultiveert. Met stadskaarten zocht ik de vorm van die straten. De mens heeft de natuur naar zijn hand gezet. In deze reeks wil ik de ontmoeting van die lagen in de tijd – alsook de verschillende vormen die daarmee te maken hebben, beeldend vertalen. Uiteindelijk gaat het over relaties, over hoe wij met onze omgeving omgaan. Ik ben totaal geen landschapsschilder. Toch is het landschappelijke, hoe het vloeit in de tijd en hoe de rivieren hun weg vinden, een inspiratiebron. Dat is niet veel anders dan wanneer ik hier letterlijk de verf laat stromen op het doek dat op de grond ligt.

HVC  Voelt u intuïtief aan: het is ‘af’? Want u (her)kent het wellicht: met een ‘het is klaar’-gevoel het atelier verlaten, om de volgende ochtend te constateren: ‘Oei, dit wringt nog.’ Soms zal u prutsen aan een buitenbeentje om het bij de andere te doen passen, terwijl dat zonde is. Bij jonge kunstenaars zeg ik: ‘Probeer het niet allemaal op één schilderij te laten lijken.’ Dat is dan weer een ‘kunstje’. Is het schilderij an sich sterk of niet? Dat is belangrijk. En enkelingen horen er gewoon bij.

RK  Het is precies zoals je het beschrijft. Deze serie van zes is ingegeven door zes prachtige straatnamen. Geen zevende meer! Wat ik lang overwoog. (lacht) Hier hangt een enkeling van een groter formaat dan ik gewend ben,140 x 180 cm. Het heeft een ander karakter en kleurstelling. Ik overwoog lang om het ritme van die straatvormen als een ritssluiting in één schilderij samen te brengen. Die vormen zouden dan een soort bevraging zijn van organische oervormen; cellulair, sperma, whatever. Maar dat liet ik los wegens te ingewikkeld.

HVC  Dit – ondergetekende wijst naar het zevende schilderij – is dus het begin van een nieuwe serie? 

RK  Nou, niet per se; het zou kunnen. Dat weet ik nog niet. (lacht) Eigenlijk gaat kunst maken over vrijheid, maar vrijheid bestaat niet zonder grenzen. Grenzen kunnen soms ontzettend banaal en simpel zijn: soms komen ideeën voort uit pure praktische realiteiten. Ik hou ervan om de verf op te brengen met een rakel van zacht rubber, zodat ik de verf over het oppervlak kan smeren. Soms probeer ik composities uit met Photoshop…

HVC  Laten we de magie houden, René! Wij willen ons inbeelden dat de kunstenaar spreekwoordelijk met zijn sigaret en Duvel zijn verf zit uit te zweten… You know what I mean, hè! 

RK  (lacht) Hou maar dat romantische beeld van de kunstenaar, Hilde!

HVC  Moet ik dat zo zien als een reeks af is, u dan ‘tjak’ met een nieuwe reeks begint? 

RK  Er is altijd een reden om een vervolgstap te zetten. Dat kan heel intuïtief zijn. In mijn laatste reeks zie ik dat ‘wit’ een grote rol speelde, omdat ik veel delen onbewerkt laat. Dat vind ik krachtig, het spreekt me aan. Achteraf gezien merkte ik dat het soms complexe composities zijn. De volgende reeks wil ik simpeler, organischer maken, maar met dezelfde ingrepen. Zo werkt het in mijn hoofd. 

HVC  Speelde u altijd met dat ‘wit’? 

RK  Ik had daar altijd voeling mee. Ik ben fan van Philip Guston. Laatst was ik in Londen voor zijn tentoonstelling in het Tate Modern. Ik hoopte een drieluik te zien dat ik ooit in een boek zag, waarbij de onderste baan leeg gehouden was. Hij had het lef om een goed doorontwikkeld werk te maken, waarbij je ook stukken openlaat. Als je het bedekt, is het niet meer ‘open’. Dat is onherroepelijk, hè. Dan moet je er iets anders mee. Maar dat geeft de spanning aan. Als ik het maak, een ingreep doe, moet het uitgesproken zijn. Ik mag niet zomaar iets doen. 

HVC  Had u toen u aan de reeks The Sands begon, perspectief om ze tentoon te stellen?

RK  Nee.

HVC  Wat positief kan zijn, hè? Anders denk je als kunstenaar te veel aan de ruimte waar ze worden tentoongesteld. Bij veel kunstenaars zie en voel je: het is té gemaakt. Bij uw type werk is het belangrijk om dat in het oog te houden. Ook u hebt bijna geen handvatten, maar vorm en inhoud komen samen, don’t worry. (knipoogt). Stel dat een laatste reeks goed verkoopt, is het aanlokkelijk om ‘een gelijksoortige serie’ te maken. Het blijft als kunstenaar een evenwicht. 

RK  Over schoonheid  en esthetiek dacht ik veel na. Ik wéét dat sommige mensen mijn werk als esthetisch mooi ervaren. Anderen vinden het irritant, omdat ze het gevoel hebben dat het ergens vandaan komt, maar ze kunnen er de vinger niet op leggen. Of het moeten voor de kijker abstracte vlekken zijn, of het moet een voorstelling zijn. Als het ertussenin zit, wordt het een puzzeltje dat ze niet opgelost krijgen en heeft de kijker iets van: ‘Val me er niet mee lastig.’ 

HVC  Wanneer is het ‘kunst’? Is het doel om een werk ergens braaf boven de sofa aan de muur te hangen of mag het mensen prikkelen, zelfs ambeteren?

RK  Het zou mooi zijn als mijn werk op verschillende manieren kan gelezen worden. Dat je je conceptueel kunt verdiepen in het waarom? Wat gebeurt hier? Wat heb je er als kijker mee van doen? Maar je kunt ook zeggen:  ik weet niets en ik vind de kleuren mooi. Ik vind het allemaal prima. En ja, er mag best iets van verleidelijke schoonheid in het schilderij zitten. Dat is ook legitiem. Als een werk te mooi wordt, is mijn reactie niet: ‘Ik moet het vernietigen.’ Nee. Ik geloof in de ontmoeting van elementen. En daar moet iets spannends, iets ongrijpbaars in zitten. We hadden het in het begin over leven en dood, essentiëler kan het bijna niet, hè? 

HVC  Wat maakt bij collega’s dat u het werk interessant vindt? 

RK  Het zijn niet de tien geboden waaraan moet worden voldaan. Gewoonweg als je een werk ziet, moet er iets gebeuren… Ik noemde Guston al, hij is een van mijn helden. Terwijl mijn werk er helemaal niet op lijkt. Denk aan de omslag die hij in de laatste tien jaar van zijn leven maakte! Ik vind zijn gedachtegangen en zijn beelden fascinerend. Hij inspireert mij, niet in de formele zin dat ik wil dat mijn werk er hetzelfde uitziet als het zijne. 

HVC  Het onzegbare… 

RK  Het waarom is een raadsel. Ik las een hele mooie uitspraak van de Nederlandse, inmiddels overleden, kunstcriticus en schrijver Marcel Vos. Hij betoogde dat de voorstelling niet de essentie van de schilderkunst is. Maar het voorstellingsloze ook niet. Dat wordt al bewezen door het feit – als ik het even in de Nederlandse context hou – dat wij Vermeer eren. Maar eveneens Mondriaan. Daar heb je het al in. Daar zit iets anders. We moeten dieper, ergens anders naartoe om tot een essentie te komen. Het gaat ook hier weer over relaties en de verhoudingen. 

HVC  Waarom schildert u? Dat is het ding: op het ene moment hebt u niks en met een paar (kleurrijke) verfstreken, bouwt u een hele wereld op. Dat blijft ongelooflijk! Als ik naar een schilderij van Kees van Dongen kijk, kan ik gewoon ontroerd raken door hoe een kledingstuk is geschilderd, dat is toch geschift! 

RK  Mooi woord: ‘geschift’. (lacht) Als klein jongetje had ik een rare ervaring. Ik was bij een vriendje aan het tekenen. Ik zette een lijn op papier, het beentje van een figuurtje. Toen zette ik er nog een lijn naast en gebeurde er iets wonderlijks. In één keer werden die twee lijntjes de contour van iets. De ruimte tussen die twee lijntjes werd ineens het been. Magisch! Het is transformatie. Dat is iets heel fundamenteels, dat is toveren! Het is ‘maar’ materie, maar tegelijk een hele wereld. Het gaat om die verbazing: wanneer gebeurt dat? Dat kun je niet afdwingen.

HVC  Misschien is het daarom dat een schilder of beeldhouwer op pensioengerechtigde leeftijd het penseel niet over de haag smijt. U sluit zich op tussen uw vier muren, blijft dingen maken, in de hoop dat mensen het werk ‘later’ zien. 

RK  Eigenlijk komt de magie van dat handelen samen in iets wat een beeld wordt. Daar hoop je op, ben je naar op zoek, lig je voor op de loer: waar ligt de kans en wanneer zou het kunnen toeslaan? Dat het ‘bam’ is, alles op zijn plek valt en het een gerecht is met perfecte ingrediënten dat zichzelf overstijgt. Dat is wat me drijft. Ik hoop dat mensen dat voelen of waarderen. Al volgt dat daarna. En het verlangen naar vervulling of sublimatie van iets, speelt voor mij nog steeds. Toen ik afstudeerde had ik het romantische idee van: ‘René, hard werken, geconcentreerd bezig blijven en ooit, tegen je pensioen, zal je in staat zijn om een meesterwerk te maken.’ 

HVC  Veel artiesten zeggen: ‘Je bent maar zo goed als je laatste werk.’ Maar is dat zo? Ik ben daar niet mee akkoord. Bij muziekgroepen zijn meestal de eerste drie albums het best. Daarna is het veelal minder. Maar waarom? Is dat omdat alles nieuw is, of ze in het begin op hun best waren of met de tijd alles is uitgepuurd? Bij beeldend kunstenaars is het eveneens moeilijk, want sommigen hebben ‘it’ al vroeg gevonden, werden snel opgepikt door de kunstscene en staan op hun dertigste aan de top, anderen werken gestaag als een diesel door. U draait nog mee, uw vuur blijft branden. 

RK  Goh, als kunstenaar maak je iets – als het goed is – dat persoonlijk is en eigenheid heeft. Aan de ene kant willen mensen het herkennen, want daarmee neem je een plek in. Maar je moet ook veranderen natuurlijk, het mag niet een herhaling van hetzelfde zijn.

HVC  U kan het ook doodwerken, maar het is de kunst om frisheid te bewaren. In een onbezonnen bui kan een ‘fuck you’ u duur komen te staan… 

RK  Het is een rare wisselwerking, die fuck you energie die in het werk moet komen te zitten. Het is telkens overwegen: ‘En die kleur?’ ‘Maar dan heeft dat consequenties.’ ‘Maar wat dan wel? Waar ligt het potentieel van wat ik nog niet eerder gezien heb?’ ‘En als ik nou eens…?’ ‘Nee, dat is te veel wat ik al gedaan heb.’ Zo ben ik constant met mezelf in debat, en dan doe je aan overthinking. Er huizen verschillende geesten in mij die constant met elkaar boksen! Ik vind het belangrijk dat het met een soort drive gedaan wordt: ‘Nu doe je godverdomme iets waarmee je mij verrast! (lacht) Dan probeer ik de verf te dwingen. Maar die gaat toch zijn eigen gang! Of een andermaal zat ik daar met een klein smal penseeltje te pingelen. Evengoed kan het zijn dat ik een hele dag hard werkte en geen verf aanraakte. 

HVC  Het is iedere keer die spanning versus ontspanning, het te diep gaan, daarna weer loslaten. Enerzijds vrij zijn, anderzijds vastzitten tussen die vier ateliermuren. 

RK  Zo is het maar net! (lacht) Toch merkwaardig hoe wij leven!

HVC  Eens de atelierdeur achter u dichtgeslagen, denkt u aan wat u morgen gaat doen? Of zet u een stolp over uw werk? Of piekert u voor de tv? (knipoogt)

RK  Het gaat altijd door. Ik maak meestal wat foto’s van wat er die dag gebeurde. Ik kijk er ‘s avonds naar, maar het is niet dat ik een heel draaiboek voor de volgende dag bedenk. Het is een wisselwerking tussen afstand nemen van de dingen om dan weer fris te kunnen kijken. Ik heb hier bijvoorbeeld een verrekijkertje en een spiegeltje. Dat zijn van die hele simpele trucjes om even je werk in het spiegelbeeld of van een andere afstand te zien, in de hoop dat je het fris ziet en niet met al die dingen die al in je hoofd zitten. 

HVC  Sommige kunstenaars voelen en voeren geen strijd in het atelier. Nochtans hou ik ervan als er frictie is geweest. 

RK  Die strijd zit bij mij in alles. Met de jaren durf ik meer risico’s te nemen en kreeg ik vertrouwen dat de dingen ooit klikken; het vroeg of laat betekenis krijgt; het niet alleen esthetisch lekkere vlekken zijn, maar dat ik er iets tegenaan weet te zetten waardoor het een sterk beeld wordt. Dat is ook een strijd. Het is niet simpelweg een methode die ik toepas: wat losse vlekken en dan een strakke baan er tegenover. 

HVC  Zolang u uw methode niet kent, is het mijn inziens positief. De schilder die netjes mooie schilderijtjes produceert, maakt meestal niets los.  En is ‘losmaken’ niet waar kunst om draait? 

@hildevancanneyt.be 

www.renekorten.nl 

Nieuw boek uit: 

BOEKPRESENTATIE 14 NOVEMBER 19.30 UUR
Presentatie  René Korten – Hide Your Backbone
Ik ben blij en trots dat Hide Your Backbone gepresenteerd zal worden in De Pont museum op donderdag 14 november. Ik hoop je te mogen begroeten bij deze feestelijke presentatie, van harte welkom. Als je je nog niet aangemeld hebt: stuur uiterlijk 5 november een berichtje  naar renekorten@gmail.comHet museum is die dag gratis toegankelijk vanaf 17.00 uur, de presentatie start om 19.30 uur. Dit is de volledige tijdsplanning:
17.00 uur   museum gratis toegankelijk
18.00 uur   aanwezig voor eventuele ‘vooroverhandiging’ in salon (vooraan in museumcafé)
19.15 uur   inloop auditorium en welkomstdrankje
19.30 uur   start boekpresentatie
20.15 uur   einde presentatie en persoonlijke overhandiging boek / speciale editie in salon
21.00 uur   sluiting museum (sluiting museumcafé 20.45 uur)
21.00 – 23.00 uur nazit in nabijgelegen PARK Platform for Visual Arts, Wilhelminapark 53

Hide Your Backbone is een tweetalig hardcover boek van 176 pagina’s. Het bevat naast vele afbeeldingen teksten van kunstjournalist Hilde Van Canneyt (BE), museumdirecteur Frank-Thorsten Moll (DE), publicist en kunsthistoricus Rick Vercauteren (NL) en een gedichtencyclus van Frans Budé (NL). Het is vormgegeven door Mark van den Eijnden, Van den Eijnden – ontwerp. Hier de link naar mijn website voor meer informatie.

Ondersteund door Het Cultuurfonds, Jaap Harten Fonds en Mandriaan Fonds.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *