Categorieën
Interview Spots

Interview met Sara van Vliet

INTERVIEW MET SARA VAN VLIET (°1998)

INTERVIEW MET SARA VAN VLIET (°1998)

Hilde Van Canneyt (HVC)  Beste Sara, hoe lang ben jij al afgestudeerd ‘in de kunsten’? 

Sara van Vliet  (SvV) Twee jaar geleden studeerde ik af van de Hogeschool Kunst Utrecht. Vorig jaar deed ik mijn Master in het Frank Mohr Institute in Groningen. Ik had het gevoel dat ik absoluut nog niet klaar was om te gaan schilderen, ik had nog maar net iets te pakken tijdens mijn bachelor. Ik begon pas laat in mijn opleiding echt te schilderen. Ik snap het nog niet helemaal. Het zou ook raar zijn, er is nog een heel leven om daar precies achter te komen, maar ik begrijp wel steeds beter waar mijn werk over gaat. Drie maanden geleden kwam ik in Antwerpen wonen. Ik denk dat dit een stad is met veel mogelijkheden. En Amsterdam is helaas onbetaalbaar.

HVC  Niet onverstandig, nu heb je een dubbel netwerk Nederland-België. 

SvV  Ik ging in Antwerpen sowieso vaak langs galeries. Ik sprak een keertje Niqui in de NQ Gallery en ze vroeg me of ze mijn werken mocht zien. En voilà!

HVC  Waarom koos je voor beeldende kunst? Was knutselen iets dat je in je kinder- en puberjaren deed? Of kreeg je de kunst van thuis mee? 

SvV  ‘Ik wil gaan schilderen’, dacht ik überhaupt nooit. Nu ik eraan terugdenk,  tekende ik wel vaak. Voordat ik naar de kunstacademie ging, genoot ik een sportopleiding die ik ook afronde. En toen was ik dus personal trainer en dacht ik: ‘Is dit het nou eigenlijk?’ Ik zat op de fiets en bedacht me dat ik naar de kunstacademie wilde. Toen zei mijn vader: ’Dan moet je dat gewoon doen.’ Ik volgde een voorbereidend jaar en zo ben ik er beetje bij beetje in gekomen. De eerste twee jaar ben je aan het oriënteren wat je wilt doen, maar op een gegeven moment  begon ik gewoon te schilderen, mede omdat ik een sculptuurdocent stom vond. (lacht) Ik vond film, bewegend beeld creëren en zo een verhaal vertellen, ook wel leuk, maar om filmpjes te maken moet je een gestructureerd leven hebben en plannen en dat is niet echt mijn kwaliteit. (lacht)

HVC Combineer je je praktijk nog met sport? 

SvV Nee, ik sport gewoon veel voor mezelf, heb nog veel sportieve doelen. Ik was een paar jaar topsporter, ik deed aan marathonschaatsen. Die sportopleiding was een school voor topsporters, zodat je het makkelijk kon combineren met je trainingsuren. In Groningen schaatste ik ook, alleen begreep ik op een gegeven moment dat ik niet op twee punten tegelijkertijd kan knallen, op twee vlakken 100% kan halen. 

HVC  Je bent aangetrokken door stillevens. Is dit zo gegroeid omdat je wat je rond je zag spontaan begon te tekenen? Dat je onbewust werk aan het maken was over gewone voorwerpen, in een gewone setting? Want die poëzie zit volgens jou in het dagdagelijkse. Jij wilt de aandacht vestigen op wat voor onze neus ligt, wat we onbewust kopen, gebruiken,… dingen waar we normaliter niet op letten.

SvV  Inderdaad. Zo kwam ik er achter dat ik daar zelf door gefascineerd was, want op een gegeven moment schilderde ik veel tafels, omdat ik daar iets absurds in zag. Of ik zat een keertje naar de koelkast te kijken en besefte wat een gigantisch lelijk ding het was. Dat is zo’n typisch object dat we allemaal hebben, maar eigenlijk hebben we nooit voor deze vorm koelkast gekozen. Dat is ooit bedacht omdat het praktisch is. Tegenwoordig schilder ik veel bloemen. Dat past goed bij mijn thema. Bloemstillevens zijn altijd al een klassieker geweest. Ik ben ook bezig met doorkijkjes. Die gelaagdheid had ik altijd al, daar waar het licht op valt, waar je doorheen kijkt, is iets nieuws.  Ook gordijnen zijn mijn werk ingeslopen. Maar nu bedenk ik: ‘Waar is het stilleven nu?’ Misschien is het altijd een startpunt? Ik bedacht me laatst dat bijvoorbeeld glazen, gewoon vormen zijn waarmee ik een compositie kan creëren. Omdat ik het zo vaak tekende, al mijn dummies staan vol met eindeloos getekende wijnflesjes; zoveel kopjes, zoveel tafeltjes, dat het elementen zijn geworden, waarmee ik een beeld creëer in wat voor beeld ik denk. En dan zoek ik naar de juiste compositie. Uiteindelijk gaat het over het schilderij zelf, over het beeld dat moet werken, wat spannend moet zijn. 

HVC  Even rewind: Een tafel afbeelden met alledaagse dingen erop, was ons een beetje een spiegel voorhouden, ons doen stilstaan bij de hit and run van elke dag. Iedere dag passeren voorwerpen en kleine toevalligheden op onze tafels, die telkens worden belicht. Je schilderijen zijn ‘restanten van gezelligheid’, schreef je, ‘een portret van de keuzes die je maakt’. Een tafel met een servies op, kan zoveel zeggen. Is de ontmoeting of het feestje voorbij of moet het nog beginnen? En een tafel met koffiekopjes vertelt iets anders dan een volle of lege fles wijn op tafel. Bloemen zijn nog iets anders, denk ik, want bloemen in een vaas zijn meestal doordachter: er is voor gekozen om die bepaalde bloemen in dat type vaas te zetten. Daarnaast zet je het bewust mooi op tafel, als een gestileerd stilleven. 

SvV  Bloemen zijn vergankelijk, je koopt ze om tegenstrijdige redenen: om ze op een graf te leggen of om iets te vieren, als iemand zijn been heeft gebroken of gewoon als aardigheidje. Dat heeft twee kanten, idem als bij een volle tafel. Ook op een diner kunnen ineens veel dingen blootgelegd worden. Dat zie je vooral in het resultaat van het overblijvende.

HVC  Hoe ga je concreet te werk met je schilderijen? Want je maakt veel schetsen. Vervaardig je deze s’avonds, in je zetel, en blader je erdoor in je atelier als vertrekpunt?

SvV  Laatst was ik met mensen een biertje aan het drinken en tekende ik terwijl ik aan het luisteren was. Maar the sense of drawing, daar ben ik nu zoekend naar. Ik fietste deze zomer naar Venetië en sliep elke dag bij andere mensen thuis. Toen ontwierp ik telkens een tekening van dat huis. Dat was het begin van de serie die ik nu maak, met die doorkijkjes. Het begon als interieurs die ik lineair uittekende. Ik was uiteindelijk niet tevreden met hoe dat uitpakte. Ik zette er weer een laag overheen en bedacht me dat het een soort raam was waardoor je naar binnen kan kijken. Ik denk dat de doorkijkjes komen van het fietsen door de natuur en dan overal waar ik passeer bij de mensen naar binnen kijk. (lacht

HVC  Bij je vroegere werk zat je je onderwerpen meer te bekijken als een lijn, vlak of vorm, je abstraheerde ze bijna. Het waren simpele, directe vormen. Nu werk je meer en meer realistisch. 

SvV  Misschien zijn ze gewoon verfijnder, ik durf en kan langer werken aan een schilderij. Hiervoor was ik nog een beetje van het ‘Bad painting’, het moest er ‘bam!’ op zijn. Dat wil ik nog steeds, alleen merk ik dat ik daar niet genoeg voldoening uit haal. Bij mijn ouders staat het hele huis nokvol schilderijen, omdat ze allemaal ‘af’ zijn. Maar wat moet je met die schilderijen die op een paar uur zijn gemaakt? Al is het natuurlijk het onderzoek dat hier belangrijk is. 

HVC Je werkt graag op grote formaten, omdat je er meer energie in kwijt kan. 

SvV  Klopt. Sinds kort ben ik begonnen met olieverf en probeer ik kleiner werk te maken, als oefening. Omdat wat ik ervaar als ik groot werk, in een klein schilderij wil stoppen. Ik werkte altijd met acryl en gips. Omdat ik erg van dat pasteuze houd. Het is een overblijfsel van mijn handeling, want binnen vijf minuten is het er ook: een vluchtige herinnering die ik in gips vastleg. Maar gips werd een soort trucje voor me. Ik zat er op een gegeven moment erg in vast. Ik had geen fun meer. Ik was ook geen fan meer. Ik moet gewoon eindeloos onderzoek doen van hoe ik een beeld kan afbeelden en dat beeld bestaat nog niet eens in mijn hoofd. Het zijn gewoon elementen die bij elkaar zitten, die vormen: kopjes, die tafel en die lamp, tezamen met  dat perspectief. Het zijn gewoon de elementen die de aanzet zijn voor elk beeld, simpelweg de bouwstenen. Dat zijn dus de dingen waar ik naar kijk, best saai eigenlijk. (lacht)

Nu heb ik dat dikke, pasteuze van het gips ingeruild voor olieverf, tegenover dat verduzen van de spraypaint. Ik kan daar nu ook een soort sculptuur op bouwen, omdat het zo dik is. En het is tegenovergesteld, het voelt als volwassen worden. (lacht) Het droogt langzamer, daarom heb ik langer tijd om erover na te denken in welke vorm ik het wil hebben.

HVC  Je praat goed over je werk, alsook schrijf je er graag over. Is dat om je processen in je hoofd te kunnen staven?

SvV  Ik deed dat een tijd veel en ik wil het terugkrijgen in mijn praktijk; elke dag een verhaal schrijven over gewoonweg de dingen en connecties, wat dan mijn woorden zijn over mijn werk. Dan mogen mensen de andere woorden bedenken. (knipoogt) Afgelopen twee jaar was ik erg aan het vechten met het feit dat de kijkers wilden weten waar mijn werk over ging. Maar ik kon alleen maar denken: ‘Zo interessant is het nou ook weer niet, het gaat gewoon over het schilderen.’ Ik denk dat ik te jong ben om te weten waarom ik dat precies doe, daarvoor heb ik nog veel tijd nodig, zodat ikzelf het eerst begrijp. Het is geen vooropgezet plan. 

HVC  ‘Naar je atelier trekken’ betekent voor jou in je appartement, wat voor- en nadelen heeft. Plan je dat vooraf? Of loop je er soms met een grote boog omheen? 

SvV  Ik wil ik toch elke dag drie uur hebben geschilderd. Ik had eerst iets van:’ ‘La la la, ik ga schilderen’ – of niet, maar afgelopen week besefte ik dat ik super gefrustreerd was; ik had niet het idee dat ik een werk kon afmaken. Ik leek niet productief, ging dan maar een cake bakken. (lacht) Nu wijs ik gewoon de studiodagen aan. Ik wil sowieso vier dagen per week plannen en dan minimaal vijf uur schilderen. Dan pas komt het op gang. Gewoon daar wat door boekjes bladeren is ook goed, als ik er maar aanwezig ben.

HVC  Heb je nog een baantje bij op dit moment? 

SvV Nee. Dat is spannend. Maar ik vertrouw er gewoon op. Ik denk dat als ik alle goede energie die kant op duw, het vanzelf goed wordt.

HVC  Ah zo! Dus eerst gaat al je energie naar Niqui van NQ Gallery in Antwerpen. (knipoogt) Heb je er naar toe geschilderd? Of grabbel je wat schilderijen bijeen en zie je daar wel wat en hoe?

SvV  Ik was sowieso schilderijen aan het maken. Ik werk meer vanuit het handelen, zodat er iets ontstaat. Ik heb vrienden die een plan hebben, dat uittekenen of beamen, en dat gewoon schilderen. Dat is makkelijker, want je kan jezelf opleggen: ‘Nou, ik ga dit vandaag schilderen, en als het af is, is het af.’ Ik heb wel een idee wat het ongeveer gaat worden – misschien – maar als dat niet goed uitpakt, duurt het veel langer voordat er iets ontstaat dat ik wél goed vind. Of misschien is het lelijk, moet ik het wegzetten en een paar weken wachten. Veelal denk ik: ‘Nou, zo slecht was het niet.’ (lacht) Trouwens, ik denk niet dat stress per se goed is voor mijn werk.

HVC  Je ontwricht graag de kijker, het moeten geen ‘mooie plaatjes’ zijn, het moet niet allemaal kloppen. Zoals je zei: ‘Als ik schrijf, moet de lezer de helft invullen.’ Dat is zo ook bij kunst kijken natuurlijk. 

Bij kunstenaar Kamagurka gaat het altijd over de intensiteit van het werk, niet om de stijl. Jij hebt een stijl, maar je probeert ervan los te komen.

SvV  Ja, nou nee. (lacht) Ik zou wel willen dat mijn werk precies ‘Sara’ is en blijft.

HVC  Op zich mag je daar niet naar werken, voordat je het weet, wordt het een kunstje. 

SvV  Ik zag net een video van de Nederlandse kunstenaar Job Koelewijn. Hij zegt dat er kunstenaars zijn die vijf jaar van hun leven kunst maken en daarna eigenlijk alleen maar aan hun oeuvre bouwen, gewoon herhalen wat ze hebben gedaan. Dat klopt wel. Het grote verschil met sporten is dat je ergens naar toe kan trainen; je kan je trainingsschema afwerken, de wedstrijd starten, finishen en daarna je puntenscore of tijd zien. Maar met schilderen is het überhaupt zo dat ik zo hard en veel kan trainen als ik wil, maar productiviteit is niet per se kwaliteit. Ik denk ook, juist op het moment dat ik niet in mijn studio ben, fiets of rondhangen, dat vervolgens weer iets in mijn studio oplevert. Het grote verschil is dat het niet te meten is. Ik weet ook niet per se of ik echt tevreden ben met mijn fysieke vorm als de handeling van schilderen, idem met het resultaat. Dat weet ik pas met een ander schilderij er weer bij.

HVC  Kunstenaars blijven sowieso twijfelen. Dat is positief. Het is en blijft een eeuwig onderzoek en dat is interessant. Dat onvolmaakte is ook dat wat je drijft naar je atelier. Je bent jong,  je moet ook het karakter hebben om naar dat atelier te trekken. Er zijn ook dagen dat je er rondjes loopt te balen, vermoed ik en liever gewoon op café was geweest.’ Je hebt er die drive voor nodig.

SvV  Ja, en al helemaal als je iets kan doen waarvan je weet dat je er gegarandeerd geld aan verdient. Nu wordt dat wel weer tijd! (knipoogt)

Hilde Van Canneyt

Sara van Vliet stelt tentoon: 19.01.2025 – 25.03.2025

Sara van Vliet & Wout Vandevenne in ”The question mark must be a sign” with photography by Stacii Samidin H.F. Room “Moonlight” solo show Johannes Nagel

NQ GALLERY, Mechelsesteenweg 11, 2018 Antwerp, Belgium

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *