Interview Photo Finish: Darkroom 2011
Wie deze week om gelijk welke reden het centraal station van Antwerpen moet doorkruisen, zal niet omheen de grote camera obscura kunnen die er vanbuiten én vanbinnen te bezichtigen valt. De laatstejaars bachelor fotografie van Sint Lukas Brussel willen deze installatie van de camera obscura gebruiken als teaser om volk te lokken naar hun website, waar het persoonlijk werk van de leerlingen te bezichtigen valt. Bedoeling van het project is om mensen kennis te laten maken met het werk van de studenten. Hieronder tekst en uitleg van enkele studenten fotografie.
ROMAIN MENKE
Hilde Van Canneyt: Jullie zijn studenten uit het derde jaar fotografie aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel en om jullie bachelor af te sluiten hadden jullie een origineel idee?
Romain Menke: Inderdaad, in het derde jaar krijgen we de kans om een evenement op poten te zetten dat we helemaal zelf mogen inkleuren en we echt alles mogen doen wat we willen. De voorbije twee jaar hebben de studenten voor klassieke tentoonstellingen gekozen. Zo heeft de klas van vorig jaar een huis gezellig ingekleed met eigen fotowerk. Tot nu toe zijn de evenementen binnen de academische wereld gebleven, maar dat leek voor ons minder interessant, daarom kozen we ervoor onze tentoonstelling te houden op een openbare plek. Oorspronkelijke kwamen we op het idee een groepstentoonstelling te houden op een openbare plek, maar daar zijn we uiteindelijk van afgestapt. Zo kwam het idee naar voor een camera obscura te bouwen.
Om het interessant te maken voor de bezoekers hebben we ervoor gekozen de camera zo groot te maken dat de mensen er in en rond kunnen wandelen, en dat ze het beeld kunnen zien binnenin de camera zelf. De bezoekers stappen de camera binnen en zien de buitenwereld geprojecteerd vanuit de camera. Zo zullen de kijkers de werking van een camera kunnen waarnemen.
Kan je me eens uitleggen wat je bedoelt met de werking van een camera?
De camera zelf is een heel abstract object, maar doordat de mensen de camera kunnen binnenwandelen, gaan ze een inzicht krijgen in de fysische techniek achter de camera. Het is dus niet de chemie die wordt uitgelegd, maar de fysica achter de fotografie, want fotografie bestaat eigenlijk uit een chemische en een fysische component.
Zullen de studenten hun werk dan ook tentoonstellen in of buiten de camera obscura?
Neen, de studenten zullen er geen werk tentoonstellen, het is eerder een actie die de bezoekers zal doorverwijzen naar onze website. http//:www.photofinish-sintlukas.be Zo zal op de buitenkant van de camera onze website te zien zijn waar ons persoonlijk werk terug te vinden is. De passanten zullen geen fotowerk zien van de studenten zelf.
Is het een bewuste keuze om geen persoonlijk werk tentoon te stellen?
Ja, qua design vonden we het nogal rommelig om werk binnenin de camera te tonen, omdat het er ook al te donker is en onze beelden niet goed te zien zouden zijn. Als we werk aan de buitenkant zouden hangen verliest het object zijn monumentaliteit. Het beeld van de doos/ kamer als op zichzelf staand object bij het binnenkomen van het station vonden we wel indrukwekkend. Dus zien we de camera eerder als een teaser om dan de bezoekers nieuwsgierig te maken naar ons persoonlijk werk.
Ik dacht dat jullie het persoonlijk werk ook zouden tentoonstellen. Het vraagt al een zekere moeite van de passanten om de site te gaan opzoeken, waardoor niet iedereen jullie persoonlijk werk te zien zal krijgen. Is dat geen gemiste kans? Enkel de geïnteresseerde mensen zullen de site bezoeken waardoor het idee van beeldende kunst in een openbare ruimte wat verloren gaat. Zo zien ze wel een “sculptuur” – als reclame dan -, maar komen ze niet in direct contact met jullie fotowerk. Vragen jullie dan niet te veel van de bezoekers?
We zien dit eigenlijk als een selectieproces. We denken dat mensen die écht interesse hebben in onze fotografie – zoals mensen van galerijen, musea, reclamebureaus, of agentschappen – wél de moeite zullen doen eens een kijkje te gaan nemen op onze website. Langs de andere kant brengen we met de bouw van de camera obscura dan ook fotografie tot bij het grote publiek op een heel gemakkelijk te benaderen manier, zonder hen te overdonderen met beelden of vage concepten.
Ik weet niet of het meer mensen zal lokken naar jullie expo zelf, want het blijft toch wel een grote inspanning dat je vraagt. Voor mensen die elke dag bezig zijn met beeldende kunst is de moeite minder groot, maar gewone passanten zouden misschien sneller een webadres opzoeken als ze een naam en een beeld te zien krijgen, dit omdat ze het beeld, de sfeer van het beeld en het thema leuk vinden. Zien jullie het niet-exposeren van eigen werk niet als een beperking?
We hebben gemerkt dat de voorbije jaren tijdens de eindejaar tentoonstellingen van alle bachelors weinig mensen van galerijen of musea komen opdagen, omdat we als klas er niet in slagen sterk over te komen. Zo vinden de mensen het wel leuk de beelden te zien, maar ze zullen zelden contact opnemen met één van de studenten omdat de tentoonstelling te overdonderend is.
Via dit project dachten we meer aandacht te krijgen en zo de massa aan te spreken, in de hoop dat de mensen die écht interesse hebben tot bij ons zouden komen. Het is een risico dat we nemen, en we zullen moeten ondervinden of het werkt of niet.
Zou het dan niet handig zijn een folder of brochure te maken rond werk van de studenten zelf, zodat mensen iets kunnen meenemen?
We gaan sowieso nog een catalogus laten drukken na het project met werk van de studenten, maar we doen dit na het project omdat we er ook een beeld willen bijsteken van onze camera obscura. Deze catalogus kunnen we dan opsturen naar een aantal mensen of kan aangevraagd worden via onze website. Iedere student krijgt twee pagina’s die hij/zij mag invullen met foto’s en tekst over hun persoonlijk werk rond de camera obscura. Naast de persoonlijke werken zal de catalogus ook een kleine reportage bevatten rond de bouw van ons project.
Kan je me wat vertellen over het persoonlijk werk van de studenten? Is er een link tussen het camera obscura project en de persoonlijke werken?
Iedereen is eigenlijk vertrokken vanuit een thema rond de camera obscura. Zo hebben we eerst samen gezeten met de klas om enkele thema’s voor te leggen. Thema’s die in ons opkwamen waren o.a. realiteit en fictie, geprojecteerde realiteit of waarheden en percepties. Elke student heeft daarna zijn eigen interpretatie van deze thema’s en onderwerpen in een reeks opgenomen. Zo zijn de fotoreeksen qua uiterlijk heel verscheiden, maar komen ze alle vanuit één centraal idee.
Om even terug te komen op de camera obscura, het is en blijft toch een oud object, zo’n camera? Waarom verkozen jullie dit?
Onze bedoeling is om terug te grijpen naar het begin van de fotografie. Net op het moment dat wij op het eindpunt van onze studie staan, willen we nog even terugblikken naar het begin van de fotografie.
Tegenwoordig fotografeert iedereen. Als het niet met een professionele camera is, dan wel met een gsm. Veel opnames van vandaag zijn ook wel toevalstreffers. Ik veronderstel dat de leerlingen kiezen voor de opleiding fotografie om kunstfotograaf te worden?
Als we kijken naar de geschiedenis van de fotografie zien we dat er twee zaken zijn die opvallen:
1) de zeer bekende fotografen hebben meestal geen opleiding fotografie gehad. De meesten slagen in hun fotocarrière door hun passie voor de fotografie en vechten zich zo in de wereld van de professionele- en kunstfotografie.
2) de beelden die vandaag historisch belangrijk worden geacht zijn meestal toeval beelden, deze zijn per ongeluk gecapteerd en niet gepland, geënsceneerd of geconstrueerd. Voor ons blijft het dus confronterend te zien dat fotografen die doorbreken, meestal geen opleiding fotografie genoten hebben. Langst de andere kant worden we er zo hard op gewezen te leren denken in concepten en alles te plannen en precies te doen, terwijl de beste foto’s ons eigenlijk eerder overkomen dan dat wij ze laten plaatsvinden.
Ik kwam daarnet in de studio’s van jullie fotoafdeling terecht en zag acht verschillende studio’s waarbij iedereen iets in beeld aan het brengen was. Leiden de docenten jullie op om bepaalde dingen geconstrueerd in beeld te brengen? Of sturen ze jullie ook wel eens op pad?
Eén van de proeven tijdens mijn toelatingsproef voor deze opleiding was het maken van opnames rondom de school. Zo kregen we verschillende thema’s die we in beeld moesten brengen. Tijdens onze opleiding zelf hebben we ook reportageopdrachten gekregen waarbij we o.a. sociale structuren moesten onderzoeken: zo moesten we bijvoorbeeld de structuur van een wijk fotografisch in beeld weergeven. Zo leren we ook kijken en krijgen we een voeling met de dingen die rondom ons gebeuren.
Om even terug te komen op het Photo Finish project. De studenten zullen dus naar buiten komen met een online galerij waarop foto’s en tekst te zien zijn?
Als de bezoekers op onze site komen, kunnen ze doorklikken naar het gedeelte ‘galerij’ waar al het werk van de studenten terug te vinden zal zijn. Als de mensen dan doorklikken op de naam van een student, krijgen ze de persoonlijke reeks rond Photo Finish te zien, met meer uitleg over de student en zijn reeks.
Is het niet de bedoeling in fotografie of kunst dat de beelden voor zich spreken?
Elke galerij is persoonlijk, dus elke student kiest voor zich wat hij of zij prijsgeeft aan informatie aan de kijker. Sommigen kiezen ervoor een verklarende tekst bij de beelden te zetten, andere kiezen dan weer voor een filmpje dat meer toelichting geeft over de reeks.
Vertel eens wat meer over de opening van jullie camera obscura?
Voor de opening hebben we uitnodigingen verstuurd in de vorm van een affiche. De meeste uitnodigingen waren gericht naar mensen van reclamebureaus, modellenbureaus, musea, galerijen, fotografen, enz.
Het project lijkt me heel doelgericht?
We willen de avond interessant maken voor zowel ons , studenten, als voor de genodigden. Als er veel mensen komen opdagen van de grafische of fotografische wereld, is het ook een leuke avond voor hen omdat ze dan zeker een gesprekspartner vinden.
De opening zelf is in Antwerpen?
De opening is inderdaad in Antwerpen aan de camera obscura zelf. Iedereen is welkom op 31 maart om 18u in de inkomhal van station Antwerpen Centraal.
De bezoekers gaan ons werk niet ‘in levende lijve’ te zien krijgen, maar er zal een scherm zijn waarop ons persoonlijk werk op vertoond zal worden.
Wordt er nog iets speciaals gedaan rond de camera obscura zelf?
We gaan een Facebook evenement aanmaken waarop mensen zich kunnen inschrijven om vastgelegd te worden in een opname met de camera obscura. De camera zal zo gebouwd worden dat de trappen van de inkomhal in beeld gebracht worden en op die trappen zullen dan de ingeschreven mensen plaats nemen voor een opname. We zullen met de reusachtige camera een opname maken op analoog fotopapier, de print zal zo’n 3m x 1,5m groot zijn. Het interessante aan deze opname is dat de belichting vrij lang zal zijn en mensen onmogelijke de hele opname perfect stil kunnen zitten, waardoor het resultaat nog een verrassing blijft. Echte ouderwetse fotografie dus, waarbij het spannendste moment plaats vindt in de donkere kamer en de fotograaf zelf het beeld langzaam ziet verschijnen.
Photo Finish Persoonlijk werk
NELE MOENS
Hilde Van Canneyt: Het werk dat je wil maken voor je Photo Finish-reeks zijn combinaties van fotografische beelden en bewegende beelden, waarvan het bewegende beeld ‘het innerlijke van de persoon dat naar buiten komt’ moet voorstellen. Leg eens uit?
Nele Moens: Het eindresultaat zijn twee beelden: één mannelijk en één vrouwelijk, waarbij je telkens één zichtbaar beeld op de voorgrond ziet en een iets waziger beeld op de achtergrond (dat het innerlijke van de persoon moet voorstellen). Het wazige innerlijke beeld heeft een emotionelere blik en deze blik laat ik in een filmweergave een heel klein beetje bewegen. De beweging is klein, waardoor de kijker de indruk krijgt dat er iets aan de hand is, maar het niet direct ziet. Mijn inspiratie haalde ik uit het werk van de Belgische kunstenaar David Claerbout (nu in Wiels, red)
Laat je je beelden altijd naar voor treden in de combinatie film versus foto?
Vanaf dit jaar hebben we het vak Mediatoepassing gekregen waarin we leren omgaan met film. Via deze weg wil ik verschillende presentatievormen gebruiken, dus niet alleen foto maar ook film.
Waarom heb je voor fotografie als studierichting gekozen?
Wat mij het meeste interesseerde was het menselijk lichaam en hoe ik de emoties in beeld kon brengen. Ik werk dus heel graag met naakten in zwart-wit opnames.
Waarom juist zwart-wit?
Zwart-wit heeft iets abstracter, of de abstractie komt toch meer tot uiting zonder kleur. De vormen die uitgelicht worden komen dus beter uit in zwart-wit dan in kleurweergaves.
Wil je dat de kijker zich kan terugvinden in je karakters?
Ja, via de verschillende houdingen van de modellen beeld ik een bepaalde emotie uit. De kijker kan zich herkennen in de karakters omdat emoties voor iedereen herkenbaar zijn: zo kent iedereen woede of blijdschap. Zo zie je in één van mijn Photo Finish-beelden dat het innerlijke naar buiten schreeuwt. Met dit beeld wil ik aantonen dat mensen soms kalm moeten blijven, maar van binnenin toch willen schreeuwen naar buiten toe.
VALENTINA LEONE
Hilde Van Canneyt: Voor je Photo Finish werk maakte je een reeks waarbij ‘Werkelijkheid – Geen werkelijkheid’ de hoofdrol in spelen. Daarbij werk je met ‘emulsie transfers’, met behulp van een Polaroid EE100 camera. De keuze van deze camera was omdat de emulsielagen tijdens ontwikkeling gemakkelijk te manipuleren zijn met je eigen handen. Als ik het beeld te zien krijg lijkt het alsof het uit iets geknipt is, of ben ik daarin mis?
Valentina Leone: Neen, de beelden mogen al lijken alsof ze uitgeknipt zijn, maar dat zijn ze helemaal niet. Wat ik hier gemaakt heb, kan alleen maar verwezenlijkt worden met een type 100 film, dus voor dit werk ben ik eerst deze soort Polaroid camera gaan zoeken en heb me dan de juist films aangeschaft. Bij het maken van deze beelden heb ik de ontwikkelde beelden in warm water gelegd, waardoor de bovenste laag loskwam en ik die er dus voorzichtig af kon nemen. Nadat ik de bovenste laag afgenomen had, kon ik deze laag op aquarelpapier afdrukken.
Mijn beelden voor dit werk zijn dus niet van vierkant of rechthoekig formaat, omdat tijdens het drukken van de laag op het aquarel papier het moeilijk is de vierkante vorm te behouden.
Welke opnames heb je gemaakt voor deze reeks?
Ik heb titels aan mijn werk gegeven: ‘je’, ’tu’, ‘il’ en ‘elle’. ‘Je’ is een afbeelding van mezelf, dus die opname heb ik niet zelf gemaakt. Met deze reeks wil ik aantonen dat er zoveel mensen zijn en we zoveel lichamelijke verschillen vertonen. We schamen er ons soms voor, terwijl we uiteindelijk toch allemaal gelijk zijn.
Ben je in je werk altijd bezig met het menselijk lichaam?
Neen, eigenlijk werk ik zelden rond het lichaam. Ik werk wel steeds met modellen, maar zeker niet altijd rond de vormen van het menselijk lichaam.
In welk genre werk je het liefst? Want dit lijken eerder studiobeelden?
Mijn werk is niet gericht op reportages of documentaires, ik ben dan liever in de studio. Voor dit werk heb ik wel geen studio-opnames gemaakt, deze beelden werden steeds op locatie genomen, maar dan toch liefst in mijn vertrouwde omgeving.
LIZE RUBENS
Hilde Van Canneyt: Waarmee heb je je de laatste drie jaar vooral beziggehouden in je opleiding fotografie?
Lize Rubens: Ik ben vooral bezig geweest met mezelf wat te onderzoeken en dit in beelden over te brengen, dus mijn werk vertrekt vooral vanuit persoonlijke ideeën, gedachten en fascinaties voor vrienden en mensen rondom mij.
Voor mijn eindwerk van vorig jaar heb ik portretten van vrienden gemaakt in een verlaten en verloren landschap, dit met het idee van tijd in te halen tijdens de zonsopgang. Iedereen die ik opnam in deze reeks, reageerde anders, zo weende het meisje – te zien op het beeld van het meisje op het ijs – tijdens de opname van het beeld door de impact van het landschap en het terugzien van elkaar na een hele lange periode. Het meisje staat dan ook op gebroken ijs, wat voor mijzelf symbolisch werkt. De mensen die het meisje kennen kunnen aan haar houding ook zien dat ze zich op dat moment niet zo goed voelt. Op een ander beeld zie je een persoon lopen, je ziet dat deze persoon er op dat moment helemaal geen zin in had om ’s ochtends vroeg met de voeten in de modder te staan en ze is het dus afgetrapt in het midden van de opnames.
Hoe ben je erop gekomen om van portretten zeefdrukken te maken voor je Photo Finish reeks?
Dat is eigenlijk gebaseerd op een reeks gedachtengangen die voortgekomen zijn uit dromen. Het gaat erom dat we als mens eigenlijk altijd dromen over onszelf, dus ik zie mijn reeks meer als een serie van zelfportretten. Ook al staat er iemand anders afgebeeld op het beeld, voor mij blijft dit een zelfportret omdat het mijn gedachtengang is en mijn dromen zijn. De keuze voor zeefdruk is omdat het een heel herhalend karakter heeft en dromen ook heel herhalend zijn, want dromen doen we elke nacht, al dan niet over dezelfde dingen. Ook al lijken de drukken op elkaar, ze blijven toch iets uniek en met die gedachte wil ik spelen. Het verwerkingsproces van een zeefdruk is ook heel traag, wat gelijk loopt met het verwerkingsproces van de inhoud van mijn project: traag en rustig. Om het weer te geven op de online tentoonstelling heb ik voor een soort filmpje gekozen. Zo heb ik het analoge trage zeefdruk proces omgezet in een filmpje.
Mijn opname ben ik nu aan het laten laseren in hout, of zou ik nog willen laten printen op glas of op kalkpapier.
Wat is voor jou het ultieme beeld?
Voor deze zeefdruk heb ik meer dan honderd opnames gemaakt, maar voor mij was deze opname het ultieme beeld.
KAAT VANDENBROECK
Hilde Van Canneyt: Ik heb nog geen beelden van je gezien, maar dat kan misschien wel interessant zijn, omdat ik ze dan met een frisse blik kan bekijken. Wat zeg je als iemand je vraagt: “Welke soort beelden maak je?”
Kaat Vandenbroeck: Voor mijn Photo Finish reeks ben ik bezig geweest met onderwaterfotografie, maar daarmee wil ik niet de typische weergaves van onderwateropnames tonen. Deze reeks toont geen typische romantische en sierlijke of vervormde beelden van synchroon zwemmers, maar zo heb ik me wel gefocust op het lijnenspel in het water. Via diptieken en het spelen met de richtingen van de beelden, zorg ik voor een lijnenspel binnen mijn beelden. Op vlak van Photoshop worden mijn beelden niet veel gemanipuleerd, maar zo zet ik mijn beelden wel om in zwart-wit weergaves, zodat de blauwe typische kleur de beelden niet direct prijsgeeft als onderwateropnames. Zoals ik al zei verander ik de richting van mijn foto’s: zo draai ik sommige beelden helemaal om of andere zet ik dan weer recht omdat ze dan beter passen binnen mijn spel van lijnen.
Wat vertel je dan normaal met je beelden?
In het algemeen maak ik eerder portretten en mode-opnames, maar stillevens en de zoektocht naar een goede belichting en compositie van voorwerpen fascineert me ook wel. Doordat we verscheidene opdrachten krijgen op school, leren we omgaan met verschillende genres binnen de fotografie. Door deze verscheidenheid kwam ik in aanraking met studio en stillevens, waarmee ik me dus ook wel kan vinden zoals ik eerder al zei.
Was je keuze voor zwart-wit een bewuste keuze?
Ja, ik koos binnen mijn Photo Finish reeks voor zwart-wit, omdat het blauw van het water anders te typerend zou zijn voor onderwateropnames. Door het blauw weg te trekken is het zwembad-gevoel minder aanwezig en minder herkenbaar. De lijnen komen ook beter uit in zwart-wit. Zoals ik al eerder zei, wil ik me in deze reeks vooral focussen op het lijnenspel dat zich onder water afspeelt. Door minimale manipulatie van de beelden, bijvoorbeeld door rotaties en uitsneden van de beelden, maak ik een spel van lijnen.
VALERIE VONCK
Hilde Van Canneyt: Toen ik je portfolio bekeek, vielen me de beelden op van de reeks ‘Can we replace Women’: mannen in vrouwenposes met veel glamour, glitter en kleuren. Vertel me eens, hoe ben je op het idee gekomen voor deze reeks?
Valerie Vonck: ‘Can we replace Women’ is mijn eindwerk van mijn tweede bachelor, iets anders dan waarmee ik nu eigenlijk bezig ben, maar het idee achter deze reeks kwam in me op toen ik nog op kot in Brussel-Noord zat en elke dag geconfronteerd werd met de Aarschotstraat. Terwijl ik langs die straat met bordelen passeerde, beeldde ik me in dat er i.p.v. vrouwen, mannen kwamen te staan. Wat zou er gebeuren moesten er mannen achter de ramen staan? Zouden ze even veel trek hebben dan de vrouwen nu? Veel mensen vonden het idee eerder lachwekkend dan dat ze het serieus namen, omdat het zo ingeburgerd is dat het vrouwen zijn die hun lichaam verkopen en geen mannen, tenzij het bijvoorbeeld travestieten zijn. De personages die ik in deze beelden heb gebruikt zijn helemaal niet zo, zoals ze weergegeven worden in de reeks.
Ik zie dat je veelal ingetypte modellen kiest, of toch mensen die jijzelf wat inkleedt. Is dat een soort verwrongen zitten in je lichaam?
In mijn afstudeerproject zal ik daarmee verdergaan: zo ga ik mijn modellen voor mijn volgende reeks inkleden, maar niet zozeer met kledij. In mijn middelbaar heb ik een opleiding beeldende kunst genoten, waardoor ik een grote interesse heb ontwikkeld voor beeldhouwkunst. Niet direct een fascinatie voor klassieke beeldhouwwerken, maar eerder het beeldhouwen van een model.
Mijn fotobeelden moeten geen gevoelens weergeven, de modellen zijn eerder gewone mensen die ik gebruik om iets beeldend te tonen.
Wat heb je gemaakt om mee buiten te komen voor Photo Finish?
Voor mijn Photo Finish werk, heb ik een Mr. en Mrs. (dr.) Bibber gemaakt. Een tweeluik van een vrouw en een man die ik bewerkt heb tot meneer en mevrouw (dr.) Bibber. De link dat deze reeks heeft met het Camera Obscura thema is: de werkelijkheid van speelgoed in vraag stellen. Ik vind het absurd dat speelgoed zoals Barbies de perfectie moeten tonen terwijl ze helemaal niet perfect kunnen zijn. Via speelgoed worden kinderen misleid van de werkelijkheid.
Je wilt met de foto’s blijkbaar een duidelijke boodschap meegeven?
Ik wil altijd dat het fascinerend is, maar begrijpelijk blijft voor iedereen. Als ik mensen intype, maak ik eerder een sculptuur en fotografeer ik deze uit een interessante invalshoek.
Wil je altijd dit soort van werken blijven maken?
De stijl van fotografie die ik hanteer in mijn reeksen is wel een constante, mijn stijl van fotograferen begint zich stilaan te nestelen.
In het eerste jaar deden alle leerlingen analoog zwart-wit en allemaal min of meer hetzelfde, maar nu iedereen zijn eigen ding mag doen zijn de werken veel meer verschillend geworden. Als er nu foto’s aan de muur gehangen worden, kunnen we al min of meer zeggen van wie de beelden zijn, omdat iedereen zijn handtekening binnen de fotografie begint te vinden.
Waarom heb jij voor fotografie gekozen en geen andere media? Want op zich kan iedereen tegenwoordig fotograferen. Je moet al beelden kunnen maken die er uitschieten.
Ik kom uit het kunstonderwijs, maar daar heb ik nooit een vak fotografie gekregen. Ze hebben ons wel een camera obscura leren maken en eens een zwart-wit opname leren ontwikkelen maar meer was het ook niet. Uit alle disciplines die ons aangeleerd werden, hield ik me het meeste bezig met beeldende opnames. Hoewel beeldhouwen me wel fascineerde, was ik nooit van plan beeldhouwwerken te maken, maar meer geïnteresseerd in het construeren van het menselijke lichaam. En net dat wil ik vereeuwigen via de fotografie.
Wat vind je interessant aan de richting fotografie binnen Sint Lukas?
In tegenstelling tot andere onderwijsinstellingen in België heeft Sint Lukas een heel uitgebreide infrastructuur en zijn de docenten mensen die zelf in het professioneel veld werken. In het eerste jaar klagen veel leerlingen dat ze steeds analoog moeten werken en in het tweede jaar op dia, maar zo leren de studenten het wel. De verscheidenheid aan werkmethodes die op deze school worden meegegeven zijn een goede voorbereiding op het professionele werkveld.
VEERLE SCHEPPERS
Hilde Van Canneyt: Hoe heb jij je Photo Finish opdracht ingevuld?
Veerle Scheppers: Voor mijn Photo Finish reeks heb ik opnames gemaakt van miniatuur-scènes met Marklin ventjes. De inspiratie voor deze reeks kwam uit een boek van een fotograaf die ook gebruik maakte van miniatuurventjes. Hij plaatste deze in een openbare ruimte en nam dan een close up van het ventje in de ruimte en dan een heel beeld van de ruimte waarin de ventjes stonden. Met mijn reeks koos ik ervoor mijn scènes zelf te bouwen, zodat de ventjes van de realiteit onttrokken worden. Voor mij had deze reeks een vrije invulling. Zo plaatste ik de miniatuurventjes in een omgeving die in me opkwam door prints te maken van internetopnames en deze op de achtergrond te plaatsen, of ik nam willekeurige objecten uit mijn tuin waarmee ik de ventjes dan opnam.
Waarom vind je het interessanter te werken met miniatuurventjes dan met – ik zeg maar wat – modellen op straat?
Ik vind het wel leuk dat de kijker het gevoel krijgt dat er iets niet klopt binnen het beeld. Het heeft een realistische toets – bijvoorbeeld de stad die terugkomt in een beeld – maar anderzijds heeft het ook een fictieve toets door dan gebruik te maken van landschappen waarvan mensen weten dat ze niet “echt” kunnen bestaan.
De bedoeling is dat kijkers nadenken over wat ze zien, of in welke verhoudingen ze kijken. De opstellingen die ik maak zijn meestal maar 20x20cm, heel klein dus.
Wat wil je aankaarten met deze reeks?
Het zijn allemaal verhaaltjes op zichzelf. Eerst was ik van plan een verhaal uit te beelden, maar uiteindelijk vond ik het invullen van verschillende scenario’s interessanter. Ik kreeg al reacties – mensen die een link leggen met bepaalde films of verhalen – wat ik op zich wel interessant vind: hoe elke persoon de reeks anders invult.
De miniatuuropnames zijn te linken met mijn werk van de voorbije jaren dat vooral bestaat uit kinderportretten, de kleine wereld en het kinderlijke. Het interesseert me hoe kinderen denken: de creatie van hun eigen leefwereld. Via deze reeks maak ik een soort droomwereld waarin de mensen kunnen wegdromen.
DRIES SEGERS
Dries, je stelt jezelf vaak de vraag, “Zien we in een beeld wat we willen zien, of zien we wat er getoond wordt?” Wat bedoel je hier precies mee?
Dat is een onderzoek waar ik momenteel mee bezig ben en waar mijn werk voor Photofinish ook rond draait. Fotografie geeft –iets- weer, dat iéts zorgt voor de mogelijkheid tot interpretatie. Maar zien we als kijker wat de maker wil vertellen of geven we steeds onze eigen versie op wat we zien?
Een foto is één enkel moment, er is geen voor en geen na. Het is een fragment uit een geheel. Maar fotografie kan dit niet allemaal weergeven. De meeste toeschouwers kijken naar een foto en lezen het zo snel. Het is de naïviteit van de kijker die nooit verder dan het beeld kijkt, nooit nadenkt. Daarom wil ik toeschouwers aanmoedigen om stil te staan, ze laten kijken met hun eigen ogen naar iets wat ik met mijn ogen gecreëerd heb.
Een foto is één enkel moment, er is geen voor en geen na. Het is een fragment uit een geheel. Maar fotografie kan dit niet allemaal weergeven. De meeste toeschouwers kijken naar een foto en lezen het zo snel. Het is de naïviteit van de kijker die nooit verder dan het beeld kijkt, nooit nadenkt. Daarom wil ik toeschouwers aanmoedigen om stil te staan, ze laten kijken met hun eigen ogen naar iets wat ik met mijn ogen gecreëerd heb.
Bij ‘Living in Postcards’, een reeks die ik maakte in IJsland, geef ik de kijker beelden die herkenbaar zijn. Maar er is duidelijk iets mis in het beeld. Er klopt iets niet en je weet niet waar de fotograaf zich t.o.v. zijn onderwerp heeft geplaatst. Ik hou ervan dat fotografie geheimen heeft, maar nog meer dat de kijker op zoek gaat naar het ontcijferen van die geheimen.
Je wil foto’s maken zonder ze te manipuleren? Zou je niet liever analoog fotograferen dat wat je trekt is wat het is.
Sowieso werk ik vaak analoog en combineer ik dit met digitaal.
Maar een analoog beeld kan evengoed gemanipuleerd worden. Zelf heb ik het liefste een foto zoals hij was op het moment dat je afduwde. Maar elk fotografisch beeld is al een manipulatie, omdat je constant keuzes maakt, beginnend bij een bepaalde camera en lens tot cadrage en dan vooral het afduwen. (+ al dan niet directies tot je onderwerp)
Maar een analoog beeld kan evengoed gemanipuleerd worden. Zelf heb ik het liefste een foto zoals hij was op het moment dat je afduwde. Maar elk fotografisch beeld is al een manipulatie, omdat je constant keuzes maakt, beginnend bij een bepaalde camera en lens tot cadrage en dan vooral het afduwen. (+ al dan niet directies tot je onderwerp)
Als ik portretten neem, ga ik ook eerst altijd geconcentreerd een persoon gaan interpreteren, op zoek naar met wie ik te maken heb. Naar hem/haar luisteren, er kleine details aan ontdekken, de persoon achter de façade leren kennen. Omdat ik meer kijk en minder fotografeer, is het moment waarop ik afduw ook zo belangrijk. Dat is het moment dat het verhaal klopt, waar alle delen samenvallen en de foto alle informatie bevat.
Bij mode fotografie is het bijvoorbeeld helemaal niet belangrijk dat er een persoonlijkheid wordt weergegeven: daar draait het om het vlees en om het uiterlijk. Dit weerkaatst meteen naar de kijker toe. In mijn portretten wil ik de toeschouwer verder laten kijken of verder laten zoeken. Want een innerlijk kan je niet fotograferen. Alberto Giacometti heeft gezegd: “Via het uiterlijk kom je tot het innerlijke”. Ik ga hier mee akkoord, mits enige inspanning van een publiek.
Kunnen we stellen dat je werkt zoals een schilder of een tekenaar? Hij schets en kijkt goed naar zijn onderwerp voor hij begint. Dat is ook hoe jij je fotografie benaderd.
Inderdaad, dat is het volledig samengevat.
DIETER VAN CANEGHEM
Hilde Van Canneyt: Dieter, ik zie in je portfolio opnames van voetbalvelden.
Dieter Van Caneghem: Eigenlijk zijn het baseball velden, Hilde (lacht), deze reeks was voor mijn eindwerk van het eerste jaar Sint Lukas. Ik hou me vooral bezig met het fotograferen van landschappen. In mijn eerste eindwerk heb ik gekozen voor nachtopnames van baseball velden met kunstlicht, door het kunstlicht krijgt het landschap een hele andere sfeer dan bij daglicht. Naast het licht veranderen ook de kleuren: zo worden de kleuren feller bij kunstlicht, waardoor bijvoorbeeld het gras groener lijkt. Ik heb jarenlang zelf baseball gespeeld, maar in België is baseball niet zo’n populaire sport, waardoor mijn reeks ook een beetje een Amerikaanse look kreeg.
Doorheen mijn driejarige opleiding fotografie in Sint Lukas ben ik overgestapt naar het fotograferen van architectuur. Zo ben ik voor mijn Photo Finish reeks naar Albanië geweest om een reeks rond architectuur te maken. Een paar mensen van de opleiding architectuur hier op school hadden hun masterproef in Albanië en vroegen me mee, waardoor ik mijn reeks daar heb kunnen maken. Albanië zat tien jaar geleden nog onder het communisme, aan het eind van dat communisme heeft Albanië vijf jaar in een soort anarchie geleefd, waardoor de inwoners naar de binnenstad zijn getrokken. Door de hevige instroom begon iedereen te bouwen waar ze wilden, er is geen sprake van een vastgestelde structuur in het bouwplan, waardoor er een totale chaos aan gebouwen is ontstaan. Deze bevreemdende architectuur fascineerde me en werd uiteindelijk het onderwerp van mijn Photo Finish reeks.
Bij veel van je medestudenten zie ik fotografisch werk rond mensen, bij jou blijven ze afwezig.
Dieter: Ja, ik ben eerder gefascineerd door de gebouwen. Met deze reeks wou ik naar Albanië gaan en iets nieuws meebrengen dat hier nog niet gezien was. Ik werk liever buiten dan in de studio. Landschapsfotografie werkt ook trager, wat me beter ligt.
Waarom is een bepaald werk kunst?
Dries Segers: Maar wat is kunst? Het hangt er ook van af wie het werk gemaakt heeft, en wat die persoon zijn ideeën zijn.
De reden of het kunst is of niet ligt bij wie het werk gemaakt heeft?
Dries: Nee nee, dat bedoel ik niet. Het is eerder te zoeken bij het vertrekpunt van de maker, wat zijn ideeën zijn, wat hij wil vertellen.
Het is gevaarlijk om voor fotografie te kiezen, aangezien er een gigantische beeldenbank bestaat van foto’s. Iedereen kan foto’s nemen, maar weinigen kunnen dat kleine extra toevoegen om het kunstfoto-waardig te noemen. Je beelden Dieter, zijn duidelijk geen vakantiekiekjes uit Albanië, maar hebben wel een meerwaarde, dus als het door een bepaald oog opgenomen wordt krijgt het toch een meerwaarde?
Dieter: Mijn werk wordt gemaakt op gevoel. Zo kadreer ik op een bepaalde manier, waardoor de kijker lang naar het beeld moet kijken om alles te kunnen zien. Mijn Albanië reeks bevat beelden die een lange kijktijd vragen, waarbij de kijker op zoek moet gaan naar de dingen die op het beeld te vinden zijn: “Wat staat er nu eigenlijk op dit beeld?”. De beelden zouden eigenlijk groot geprint moeten worden zodat de kijker echt alle details kan zien waardoor je nieuwe dingen blijft ontdekken.
Is er een link met de het Camera Obscura thema?
Dieter: Een ander kijk op de realiteit, te vergelijken met als mensen in de Camera Obscura staan en zij een andere blik krijgen op de realiteit, doordat ze doorheen de camera kijken.
Dries: Ok, het heeft te maken met de Camera Obscura, maar anderzijds, in Dieter zijn geval is er een ander engagement. En eigenlijk is Camera Obscura het algemeenste wat je kan hebben omdat het de geschiedenis is van de camera. Vanaf dat een student een fotocamera vastneemt, hebben de opnames die ze maken al een link met de Camera Obscura. Eigenlijk hoeft er geen duidelijke link te zijn tussen de reeksen en het “thema”, omdat het werk al alles in zichzelf heeft.
De keuze van de camera heeft dus geen link met het thema van de Camera Obscura?
Dries: Nee, de keuze van de camera ligt binnen het onderwerp dat je wil opnemen: als een student gigantische prints wil maken zal de keuze eerder uitgaan naar een technische camera. Alles moet naar het resultaat toelopen. Ook de sfeer van het beeld beïnvloedt de keuze van de camera: zo zal een strakke sfeer eerder opgenomen moeten worden met een kwalitatieve camera en zal een snapshot-sfeer om een minder goeie camera vragen, zoals bijvoorbeeld een wegwerpcamera.
Succes met jullie fotocarrière allemaal!
Met dank aan Winny Man.
‘Photo Finish: Darkroom’
Locatie: Inkomhal station Antwerpen Centraal
Gaat uit van: studenten 3 Bachelor Fotografie (aan de Hogeschool Sint Lukas Brussel)
Vernissage: donderdag 31 maart van 18u tot 21u, de camera is gedurende een hele week te zien in de inkomhal van het station Antwerpen Centraal
Website met online tentoonstelling: http//:www.photofinish-sintlukas.be